Elektrische treinstellen type ICM
Als vervanging van de legendarische Hondekoptreinstellen in de intercitydienst ontwikkelde NS in de jaren zeventig een geheel nieuw treinsteltype. Dit treinsteltype wordt aangeduid als ICM, wat staat voor InterCity Materieel. Het meest opvallende aan de treinstellen was de zogenaamde doorloopkop. Wanneer treinstellen gekoppeld reden konden in de kop deuren geopend worden, zodat een doorgang tussen de treinstellen ontstond. Consequentie van de doorloopkop was de hooggelegen cabine.
In 1977 werd een proefserie van 7 treinstellen gebouwd en in dienst gesteld (nummers 4001-4007). Bouwer was de firma Talbot in Aken. Vanaf 1984 werden deze treinstellen in series besteld. In totaal werden 87 driedelige treinstellen (4011-4097) en 40 vierdelige treinstellen (4201-4250) besteld en afgeleverd.
De officiële serie-aanduiding bij NS was Plan Z. De commerciële benaming werd Koploper. Vanaf 2005 werd de doorloopkop niet meer gebruikt. Bij revisies is de doorgang verwijderd. Het materieel wordt sindsdien aangeduid als ICMm (m = gemoderniseerd).
De proefserie is in 2003 buiten dienst gesteld. De overige treinstellen zijn nog in dienst bij NS en zijn in nagenoeg het hele land te zien.
Enkele kenmerken:
Asindeling | Driedelig treinstel motorkoprijtuig Bo’Bo’, tussenrijtuig 2’2’ en koprijtuig 2’2’. Vierdelig treinstel heeft een extra tussenrijtuig met twee aangedreven assen Bo’Bo’ en twee loopassen 2’2’. |
Gewicht | Driedelig treinstel 144 ton, vierdelig treinstel 192 ton |
Lengte over buffers | Driedelig treinstel 80,6 meter, vierdelig treinstel 107,1 meter. |
Maximum snelheid | 160 km/h. Dienstsnelheid 140 km/h. |
Aantal zitplaatsen | Driedelig: 35 eerste klas, 163 tweede klas en 30 klapzittingen. Vierdelig: 56 eerste klas, 211 tweede klas, 32 klapzittingen. |
Deze pagina is voor het laatst aangepast op 22 februari 2020.