Werkspoor: de Amsterdamse jaren
Samengesteld door Nico Spilt
De geschiedenis van Werkspoor begon, en eindigde, op Oostenburg in Amsterdam. Hier staat ook het Werkspoormuseum, dat echter niet voor publiek toegankelijk is.
Het Werkspoormuseum is ondergebracht in een gebouw dat stamt uit 1660. Het is gebouwd door de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), als onderdeel van de lijnbanen of touwslagerijen, waar de 500 meter lange scheepstouwen werden gemaakt.
De VOC was opgericht in 1602 en was aanvankelijk gevestigd in het centrum van Amsterdam. Rond 1660 verhuisden de activiteiten naar het schiereiland Oostenburg. Hier werden schepen gereedgemaakt voor vertrek en werden de meegebrachte goederen opgeslagen.
Een bijzondere bezoeker in 1698 was de Russische tsaar Peter de Grote, die hier een paar maanden doorbracht om zich te laten opleiden tot scheepstimmerman. Naar hem zijn de Czaar Peterstraat en de Czaar Peterbuurt vernoemd. (In Zaandam pronken ze graag met het Czaar Peterhuisje, maar het bevriende staatshoofd had het hier na een weekje al gezien.)
In 1795 ging de VOC failliet. Het grootste deel van het terrein lag daarna tientallen jaren braak.
Van VOC naar Werkspoor
Op het voormalige VOC-terrein legde Paul van Vlissingen in 1827 met zijn compagnon Abraham Dudok van Heel de grondslag voor het latere Werkspoor. Ze begonnen met een reparatiewerkplaats voor stoomschepen, maar deze groeide al snel uit tot een grote machinefabriek. Zo werd veel geld verdiend met vacuümkookpannen voor de suikerindustrie. Het bedrijf was ook betrokken bij de bouw van de gemalen waarmee de Haarlemmermeer werd leeggepompt, zoals de Cruquius.
De fabriek heette voluit Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere werktuigen Paul van Vlissingen & Dudok van Heel. In 1891 raakte het bedrijf in faillissement. Er vond een doorstart plaats onder de naam Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriaal. Als telegramadres werd Werkspoor gebruikt en in 1929 werd dat ook de officiële naam.
In 1843 werden de eerste stoomlocomotieven gebouwd. Werkspoor heeft vele jaren spoor- en trammaterieel geleverd aan bedrijven in Nederland, Nederlands-Indië en Argentinië. Ook werden er bussen en vrachtauto’s gemaakt, en in 1930 zelfs een vliegtuig voor de KLM.
Tussen 1897 en 1905 verrezen op het vroegere VOC-terrein vijf grote fabriekshallen. Deze zijn vernoemd naar de architect: A.L van Gendt. Deze heeft veel andere gebouwen in Amsterdam ontworpen, waaronder het Concertgebouw.
In 1913 bouwde Werkspoor in Utrecht een tweede vestiging, waar onder andere locomotieven en treinstellen werden gebouwd.
Groei en ondergang
Vanaf 1910 ging Werkspoor zich bezighouden met de ontwikkeling van dieselmotoren voor de scheepvaart. Er werd veel samengewerkt met de Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij (NSM). Die was ook op Oostenburg gevestigd maar verhuisde later naar Amsterdam-Noord, omdat de schepen te groot werden voor de werf. Op het door de NSM achtergelaten terrein bouwde Werkspoor twee grote hallen, zogeheten stelplaatsen, voor het assembleren en proefdraaien van scheepsdieselmotoren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de bedrijven op Oostenburg geplunderd en vernield. Tijdens de wederopbouw kreeg Werkspoor veel opdrachten voor bruggen, hijskranen en spoorwegmaterieel.
In 1954 fuseerde Werkspoor met Stork. Het nieuwe bedrijf legde zich vooral toe op de productie van dieselmotoren voor treinen en schepen. In 1975 bouwde Stork-Werkspoor de grootste suikerfabriek ter wereld in Iran. In de jaren daarna ging het bergafwaarts met het concern. In 1995 verliet de laatste dieselmotor de fabriek. In 2010 was het afgelopen. Verschillende bedrijfsonderdelen werden of waren al verkocht aan andere ondernemingen.
De bedrijfsgebouwen op Oostenburg, de Van Gendthallen, zijn met sloop bedreigd geweest maar zullen een nieuwe bestemming krijgen. Op Oostenburg is ook het Werkspoormuseum gevestigd. Dat besteedt zowel aandacht aan de VOC-geschiedenis als aan de Werkspoorperiode. Hieronder foto’s van een aantal modellen in het museum.
Modellen
Treinen en trams
Motoren
Andere objecten
Werkspoormuseum
Het Werkspoormuseum is niet publiek toegankelijk. Het dient als ontvangst- en vergadercentrum; je kunt er dus ruimtes huren voor vergaderingen of recepties. Het gebouw deed vroeger dienst als ontvangstlocatie van Stork. Tegenwoordig is het eigendom van de laatste directeur van Stork, net als de museumcollectie.
Op de begane grond van het museum zijn schilderijen, meubels en andere voorwerpen geëxposeerd die betrekking hebben op de VOC-periode. Op de eerste verdieping ligt de nadruk op het industriële verleden van Werkspoor. Op de website van het museum is meer te lezen over het gebouw en de collectie. Ook is er een film te zien over het museum.
In 2000 organiseerde de SNE een rondleiding door het museum, gevolgd door een bezoek aan enkele fabriekshallen die toen nog in gebruik waren. Lees het verslag door Geert Gorissen.
Werkspoor Utrecht
Zie ook de webexpositie Zuilen en de geschiedenis van Werkspoor.
Tekst en foto’s (tenzij ander vermeld) door Nico Spilt. Bron: NVBS Actueel, oktober 2022.