Samengesteld door Theo Gramser
In de zomer van 2010 maakte ik samen met drie andere spoorhobbyisten een tweeweekse treinrondreis door Scandinavië. Door Duitsland, Zweden, Noorwegen en Denemarken. Per nachttrein van Berlijn naar Lund, via Stockholm en Sundsvall naar de Inlandsbanan. Over de ertslijn van Kiruna naar Narvik in Noorwegen. Daar met bus en trein (Nordlandsbanen) naar het zuiden. Via Oslo naar de Flåmsbanan en Bergen. Per catamaran naar Stavanger en per trein naar Kristiansand. Daarvandaan de oversteek naar Denemarken, waar we de laatste dagen rondreden. Uiteindelijk via Kopenhagen en Hamburg weer naar huis. Kortom: veel vermaak en vooral variatie.
We reizen met de Inlandsbanan van Östersund naar Galliväre. Om 17:15 steken we de rivier Pite Älv over via een gecombineerde spoorwegbrug. Ruim een uur later staan we op de poolcirkel. De hele rit duurt 14,5 uur en is 750km lang. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Het Järnvägshotellet (Spoorweghotel) ligt letterlijk óp het station van Kiruna. ’s Avonds en ’s nachts (het blijft heel licht) maken we heel wat foto’s vanuit het hotel van voorbijrijdende treinen. Links staat de nachttrein die daar overdag overstaat. Het treinpersoneel daarvan overnachtte ook in het spoorweghotel, dus dat deed zijn naam dubbel eer aan. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Line up van twee losse locs en een X2000 in Sundsvall. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Deze tram heeft vroeger in Kiruna rondgereden. Hij staat nu op enkele honderden meters diepte in de InfoMine van ertsbedrijf LKAB. Daarmee is het denk ik de diepste tram ter wereld! Foto: Theo Gramser, juli 2010
De IORE-locs (samentrekking van Iron ORE) zijn de opvolgers van de Dm3′en bij het Zweeds/Noorde ertsbedrijf LKAB/MKAB. De dubbellocs zijn 46 meter lang, wegen 300-360 ton, hebben twaalf aangedreven assen en 10.800 kW vermogen. Daarmee kunnen ze tot 64 beladen ertswagens van 120 per stuk trekken. Foto: Theo Gramser, juli 2010
De enige dagtrein Bodø-Trondheim is gelukkig geen Talent, maar een echte langeafstandstrein met Di4-loc en vijf rijtuigen, sommigen zelfs uit de jaren vijftig. We zitten er bijna 10,5 uur in en leggen in die tijd 729 km af. ’s Nachts rijdt dezelfde trein, aangevuld met twee ligwagens, terug naar het noorden. Om 14:30 steken we de poolcirkel over op weg naar het zuiden. Kort daarna staan we een tijdje in Dunderland te wachten op de tegentrein. Uiteindelijk komen we met +20 om 22:30 aan in Trondheim. Foto: Theo Gramser, juli 2010
We gingen door de Hell…. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Halverwege de enige resterende tramlijn in Trondheim ligt een klein trammuseum. Daar staan enkele oude wagens en heel veel parafernalia, zoals koersborden. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Van Trondheim rijden we naar Oslo (overnachting) en Myrdal. Hier rijden veel treinstellen type BM 73 als Expresstog. Dit zijn zeer comfortabele kantelbaktreinstellen gebouwd voor lange afstanden en barre weersomstandigheden. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Welkom in Bergen. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Met de Fløibanen, een funiculair uit 1918, klimmen we in acht minuten 320m omhoog naar Fløyen. Daar vandaan hebben we een schitterend uitzicht over Bergen en omgeving, met het station vooraan in het midden. Foto: Theo Gramser, juli 2010
De eerste tramlijn van de Bergen Bybanen sinds lange tijd is net nieuw (geopend op 22 juni 2010). We rijden de hele 9,8 km lange lijn met max. 70 km/u heen en terug langs lachwekkende haltes, zoals Sletten en Slettenbakken. Daarbij reizen we met een chipkaart waarmee we eerst moeten innsjekken. Let op het bord links op de foto, dat het andere verkeer moet waarschuwen voor de komst van dit nieuwe… railvoertuig. De mooie moderne voertuigen (al met enkele vierkante wielen) zijn normaalsporig, zodat ze gedeeltelijk over het hoofdspoornet hierheen hebben kunnen komen. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Het kan dus wel: dit treinstel type BM 72 is gebouwd door AnsaldoBreda en rijdt al een paar jaar in het regionale reizigersverkeer vanuit Stavanger. De trein is ingedeeld in zones voor vaste reizigers met abonnementen en ′dagjesmensen′ zoals wij. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Het statige stationsgebouw van Esbjerg. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Een ex-NSB loc nu bij de NOB met creatieve kindertekeningen beplakt. De Siemens Di6 waren niet goed genoeg bestand tegen de Noorse weersomstandigheden. Ze zijn nu in het mildere gebied van de NordOstseeBahn actief. Foto: Theo Gramser, juli 2010
NoHAB ′Bolle Neus′ 1033 in Padborg. Een ex-NSB-DSB loc van het type MX uit begin jaren ′60. Foto: Theo Gramser, juli 2010
Veel materieel in Padborg. Nog een ex-NSB Di6, een NOHAB-loc en enkele DSB-varianten van de DB BR 628. Deze laatste nemen we naar Fredericia, waarbij de machinist de cabinedeur open laat staan. Zo zitten we met onze camera’s helemaal vooraan; een gratis cabinerit. Foto: Theo Gramser, juli 2010
14 oktober 2011