Amersfoort 80 jaar geleden

Samengesteld door Ciril van Hattum

Deze wisselexpositie laat foto’s zien van zo’n tachtig jaar geleden, uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Ze zijn allemaal gemaakt door de heer H.G. Hesselink – Herman voor intimi – op en rond het station Amersfoort. Sinds de vestiging van “NVBS Centraal” is dit hét trefpunt voor vele NVBS-ers. Hesselink fotografeerde veel, zowel (stoom)trams als het gebeuren bij de NS en uit al deze foto’s is een selectie gemaakt van 18 plaatjes die zo goed mogelijk een beeld schetsen van de toestand toen. U bent knap als u op de foto’s iets kunt ontdekken wat er nu nog staat.


Op de eerste foto zien we NS-locomotief 3789 met een “stalen D”-bagagewagen en reizigerstrein langs een van de perrons van station Amersfoort staan. Het naambord is nog net te lezen. Het is 20 augustus 1935.

Op de eerste foto zien we NS-locomotief 3789 met een “stalen D”-bagagewagen en reizigerstrein langs een van de perrons van station Amersfoort staan. Het naambord is nog net te lezen. Het is 20 augustus 1935.

Deze foto geeft een goed overzicht van het gigantische emplacement van station Amersfoort, zoals het er op 5 juli 1936 bij stond. Vooraan de draaischijf en meer naar achteren locomotieven onder stoom voor de loods. Rechts rijen met treeplankrijtuigen.

Deze foto geeft een goed overzicht van het gigantische emplacement van station Amersfoort, zoals het er op 5 juli 1936 bij stond. Vooraan de draaischijf en meer naar achteren locomotieven onder stoom voor de loods. Rechts rijen met treeplankrijtuigen.

Stoomlocomotieven werden bij de NS allemaal met kolen gestookt. In tegenstelling tot bij voorbeeld Duitsland waar veel locomotieven een olietender hadden. Hier staan op 2 februari 1936 twee locomotieven klaar om hun tenders te laden: de 3417 en de 8226. De serie NS 3401-3420 dateert uit 1921 en werd gebouwd door de Berliner Maschinenbau A.G. De locs hadden twee binnenliggende cilinders, die hellend boven de voorste as lagen. Hun maximum snelheid bedroeg 75 km/h. De 8226 is wat jaartjes ouder, geboortejaar 1912. Ook deze kwam uit Duitsland: van de Hannoversche Maschinenfabrik A.G. Het ontwerp van deze zadeltankmachines kwam echter uit Engeland, waar Sharp Stewart in 1880 deze tenderlocs voor rangeerdoeleinden heeft ontworpen voor de NRS. Dit type rangeerlocomotief beviel erg goed en tot 1915 hebben verschillende fabrikanten exemplaren geleverd, waaronder Werkspoor.

Stoomlocomotieven werden bij de NS allemaal met kolen gestookt. In tegenstelling tot bij voorbeeld Duitsland waar veel locomotieven een olietender hadden. Hier staan op 2 februari 1936 twee locomotieven klaar om hun tenders te laden: de 3417 en de 8226. De serie NS 3401-3420 dateert uit 1921 en werd gebouwd door de Berliner Maschinenbau A.G. De locs hadden twee binnenliggende cilinders, die hellend boven de voorste as lagen. Hun maximum snelheid bedroeg 75 km/h. De 8226 is wat jaartjes ouder, geboortejaar 1912. Ook deze kwam uit Duitsland: van de Hannoversche Maschinenfabrik A.G. Het ontwerp van deze zadeltankmachines kwam echter uit Engeland, waar Sharp Stewart in 1880 deze tenderlocs voor rangeerdoeleinden heeft ontworpen voor de NRS. Dit type rangeerlocomotief beviel erg goed en tot 1915 hebben verschillende fabrikanten exemplaren geleverd, waaronder Werkspoor.

Aan de ene kant een drievoudig vertakkingsein, het inrijsein voor Amersfoort met bordje voor de toegestane snelheid en aan de andere kant een uit Amersfoort vertrokken reizigerstrein. De foto is niet helemaal scherp zodat het locnummer niet is te onderscheiden; het is er in ieder geval een uit de serie NS 5806-5812. Deze tenderlocs, gebouwd door Werkspoor, kwamen in 1915 in dienst bij de HSM. 3 mei 1936.

Aan de ene kant een drievoudig vertakkingsein, het inrijsein voor Amersfoort met bordje voor de toegestane snelheid en aan de andere kant een uit Amersfoort vertrokken reizigerstrein. De foto is niet helemaal scherp zodat het locnummer niet is te onderscheiden; het is er in ieder geval een uit de serie NS 5806-5812. Deze tenderlocs, gebouwd door Werkspoor, kwamen in 1915 in dienst bij de HSM. 3 mei 1936.

“Vroeger hadden we tenminste nog echte winters”: op Tweede Kerstdag 1938 zien wij een 1700-er met een goederentrein het emplacement van Amersfoort verlaten voor een tocht in een witte en stille wereld. Het betreft hier een locomotief uit de grootste serie van de NS, namelijk NS 1700-1835 (135 stuks ). Er zijn verschillende subseries te onderscheiden, de meeste afkomstig uit Engeland terwijl een tiental machines door Werkspoor zijn gebouwd. Aan de grote drijfwielen is te zien dat zij -aan het eind van de 19e eeuw- ontworpen zijn om sneltreinen te trekken. In de dertiger jaren echter waren er voor dit doel al sterkere locs bij de NS aanwezig waardoor de 1700-en degradeerden tot trekkracht voor lokaal- en goederentreinen.

“Vroeger hadden we tenminste nog echte winters”: op Tweede Kerstdag 1938 zien wij een 1700-er met een goederentrein het emplacement van Amersfoort verlaten voor een tocht in een witte en stille wereld. Het betreft hier een locomotief uit de grootste serie van de NS, namelijk NS 1700-1835 (135 stuks ). Er zijn verschillende subseries te onderscheiden, de meeste afkomstig uit Engeland terwijl een tiental machines door Werkspoor zijn gebouwd. Aan de grote drijfwielen is te zien dat zij -aan het eind van de 19e eeuw- ontworpen zijn om sneltreinen te trekken. In de dertiger jaren echter waren er voor dit doel al sterkere locs bij de NS aanwezig waardoor de 1700-en degradeerden tot trekkracht voor lokaal- en goederentreinen.

NBM-motorwagen 58.

Amersfoort kende in de jaren dertig nog een heus tramstation van de Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij (NBM). Het lag vlakbij het spoorstation. Op 23 augustus 1935 staat motorwagen 58 met een goederentram klaar voor vertrek. Als reiziger kon je van hier met de tram via Zeist in westelijke richting naar Utrecht en in oostelijke richting naar Doorn en verder tot Arnhem. In 1949 staakte de NBM de tramdiensten. Motorwagen 58 kwam in 1912 in dienst bij NBM’s voorloper OSM als “benzo” nummer 18 en werd tien jaar later verbouwd tot elektrische motorwagen. De NBM-lijnen die uit Amersfoort vertrokken reden op smalspoor (1000mm).

Op deze foto staat locomotief NS 3505 met een reizigerstrein langs het perron. Aan de andere kant zien we nog net een rijtuig van een internationale of sneltrein. De waterkolom op de voorgrond mag er ook zijn, met dat grappige lantaarntje bovenop. Deze 2C-locomotief, afkomstig van een kleine serie van acht stuks, kwam in 1908 in dienst bij de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij (NBDS), de kleinste die Nederland heeft gekend. Op ons grondgebied reden deze locs van Boxtel via Veghel en kruispunt Beugen naar de grens met Duitsland, waar het verder ging naar Gogh en Berlijn. Maar dan met een Duitse loc ervoor natuurlijk. Het is 12 augustus 1935.

Op deze foto staat locomotief NS 3505 met een reizigerstrein langs het perron. Aan de andere kant zien we nog net een rijtuig van een internationale of sneltrein. De waterkolom op de voorgrond mag er ook zijn, met dat grappige lantaarntje bovenop. Deze 2C-locomotief, afkomstig van een kleine serie van acht stuks, kwam in 1908 in dienst bij de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij (NBDS), de kleinste die Nederland heeft gekend. Op ons grondgebied reden deze locs van Boxtel via Veghel en kruispunt Beugen naar de grens met Duitsland, waar het verder ging naar Gogh en Berlijn. Maar dan met een Duitse loc ervoor natuurlijk. Het is 12 augustus 1935.

Op alle voorgaande foto's hebt u natuurlijk gezien dat er nog nergens bovenleiding hangt. In deze reportage dus geen foto's van blokkendozen of van de eerste stroomlijn-muizen. Wel van een omBC op weg naar Ede, “een van de acht” uit de serie NS 2901-2908. Zij kwamen in 1937 in dienst en waren ten tijde van deze plaat, 6-8-1939, nog vrij nieuw. Het verbrandingsmotorrijtuig passeert hier de brouwerij Phoenix, even buiten het station van Amersfoort. Zowel rijtuig als motoren waren een puur Nederlandse aangelegenheid: Werkspoor respectievelijk Stork en Thomassen. De overbrenging geschiedt mechanisch. Door de oorlog werd in mei 1940 de klok teruggezet, en verschenen er weer stoomtreinen op deze route.

Op alle voorgaande foto’s hebt u natuurlijk gezien dat er nog nergens bovenleiding hangt. In deze reportage dus geen foto’s van blokkendozen of van de eerste stroomlijn-muizen. Wel van een omBC op weg naar Ede, “een van de acht” uit de serie NS 2901-2908. Zij kwamen in 1937 in dienst en waren ten tijde van deze plaat, 6-8-1939, nog vrij nieuw. Het verbrandingsmotorrijtuig passeert hier de brouwerij Phoenix, even buiten het station van Amersfoort. Zowel rijtuig als motoren waren een puur Nederlandse aangelegenheid: Werkspoor respectievelijk Stork en Thomassen. De overbrenging geschiedt mechanisch. Door de oorlog werd in mei 1940 de klok teruggezet, en verschenen er weer stoomtreinen op deze route.

In de buurt van het locdepot staat op 5 juli 1936 een hele rij stoomlocomotieven opgesteld. Er was duidelijk iets bijzonders aan de hand. De VARA organiseerde op die dag haar zomerfeest op het landgoed Birkhoven te Amersfoort. Vooraan een loc uit de serie 3900, volgens kenners de mooiste die NS heeft gehad. Het waren er in totaal 32 (NS 3901-3932) gebouwd door de firma Henschel te Kassel. De eerste kwamen in 1929 in dienst. Doordat de maximaal toelaatbare asdruk kort tevoren was verhoogd van 16 naar 18 ton, konden de machines ook wat zwaarder worden. Dat waren de 3900-en dan ook: het dienstvaardig gewicht inclusief tender bedroeg 147 ton. Zij trokken zware sneltreinen door het land met een maximum snelheid van 110 km/h. Dit was trouwens de laatste serie stoomlocomotieven die de NS zelf heeft ontworpen. Een bijzonder scherpe foto, maar de ene buffer bedekt net het nummer zodat we dat niet kunnen vaststellen.

In de buurt van het locdepot staat op 5 juli 1936 een hele rij stoomlocomotieven opgesteld. Er was duidelijk iets bijzonders aan de hand. De VARA organiseerde op die dag haar zomerfeest op het landgoed Birkhoven te Amersfoort. Vooraan een loc uit de serie 3900, volgens kenners de mooiste die NS heeft gehad. Het waren er in totaal 32 (NS 3901-3932) gebouwd door de firma Henschel te Kassel. De eerste kwamen in 1929 in dienst. Doordat de maximaal toelaatbare asdruk kort tevoren was verhoogd van 16 naar 18 ton, konden de machines ook wat zwaarder worden. Dat waren de 3900-en dan ook: het dienstvaardig gewicht inclusief tender bedroeg 147 ton. Zij trokken zware sneltreinen door het land met een maximum snelheid van 110 km/h. Dit was trouwens de laatste serie stoomlocomotieven die de NS zelf heeft ontworpen. Een bijzonder scherpe foto, maar de ene buffer bedekt net het nummer zodat we dat niet kunnen vaststellen.

De stationschef aan de telefoon - geënsceneerd voor de foto of niet, het is niet meer te achterhalen - met twee van zijn medewerkers in post 1 te Amersfoort. We zien links het tweerijig stelknoptoestel, in die tijd zeer modern. Wat verder opvalt is de sobere inrichting van deze werkruimte. De datum is 10 augustus 1935.

De stationschef aan de telefoon – geënsceneerd voor de foto of niet, het is niet meer te achterhalen – met twee van zijn medewerkers in post 1 te Amersfoort. We zien links het tweerijig stelknoptoestel, in die tijd zeer modern. Wat verder opvalt is de sobere inrichting van deze werkruimte. De datum is 10 augustus 1935.

Bijna alle loctypes van de NS hebben ooit Amersfoort wel eens aangedaan. Op 24 februari 1936 is het de beurt aan de 6105 met een reizigerstrein. Het eerste rijtuig zou er een van de PTT kunnen zijn. Het treinnummer is 171 en daar kunnen kenners de bestemming van deze trein uit destilleren. Overigens reden de 6100-en meestal forensentreinen rond Amsterdam en in het Gooi. Van de 2C2-tenderlocs serie NS 6101-6110 zijn er vijf door Hohenzollern in Düsseldorf en vijf door Werkspoor in Amsterdam vervaardigd. Zij kwamen in 1929 in dienst, ongeveer gelijk met de serie 3900. Na de oorlog heeft alleen de 6108 nog dienst gedaan: de overige waren zwaar beschadigd of vermist.

Bijna alle loctypes van de NS hebben ooit Amersfoort wel eens aangedaan. Op 24 februari 1936 is het de beurt aan de 6105 met een reizigerstrein. Het eerste rijtuig zou er een van de PTT kunnen zijn. Het treinnummer is 171 en daar kunnen kenners de bestemming van deze trein uit destilleren. Overigens reden de 6100-en meestal forensentreinen rond Amsterdam en in het Gooi. Van de 2C2-tenderlocs serie NS 6101-6110 zijn er vijf door Hohenzollern in Düsseldorf en vijf door Werkspoor in Amsterdam vervaardigd. Zij kwamen in 1929 in dienst, ongeveer gelijk met de serie 3900. Na de oorlog heeft alleen de 6108 nog dienst gedaan: de overige waren zwaar beschadigd of vermist.

Drie locs keurig op rij: zij hebben de leden van de Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkersbond met extra treinen naar Amersfoort gebracht. Op 2 juli van het jaar 1939 werd namelijk op het landgoed Birkhoven hun jaarlijkse landdag georganiseerd. Alle drie de locs behoren tot de serie NS 3701-3820, in dienst gesteld vanaf 1910 bij de Staatsspoorwegen. Het is de op een na grootste serie locomotieven bij de NS. Zulke grote aantallen werden gewoonlijk door verschillende firma's gebouwd en deze ook: ze kwamen uit Engeland, Duitsland en Nederland. Die laatste natuurlijk van Werkspoor. Deze 2C-locs hadden twee buitenliggende en twee binnenliggende cilinders en haalden 110 km/h. Voor de spoorwegen waren het alleskunners: ingezet voor zowel voor personen- als goederentreinen. Nummer 3737 is bewaard gebleven en staat in het Spoorwegmuseum, helaas (voorlopig?) niet in rijdbare toestand.

Drie locs keurig op rij: zij hebben de leden van de Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkersbond met extra treinen naar Amersfoort gebracht. Op 2 juli van het jaar 1939 werd namelijk op het landgoed Birkhoven hun jaarlijkse landdag georganiseerd. Alle drie de locs behoren tot de serie NS 3701-3820, in dienst gesteld vanaf 1910 bij de Staatsspoorwegen. Het is de op een na grootste serie locomotieven bij de NS. Zulke grote aantallen werden gewoonlijk door verschillende firma’s gebouwd en deze ook: ze kwamen uit Engeland, Duitsland en Nederland. Die laatste natuurlijk van Werkspoor. Deze 2C-locs hadden twee buitenliggende en twee binnenliggende cilinders en haalden 110 km/h. Voor de spoorwegen waren het alleskunners: ingezet voor zowel voor personen- als goederentreinen. Nummer 3737 is bewaard gebleven en staat in het Spoorwegmuseum, helaas (voorlopig?) niet in rijdbare toestand.

Stoomlocomotief 3926 komt op deze foto en profil prachtig uit in al haar glorie. Zij staat bij de kolen- bunker van station Amersfoort en op dit moment, 5 juli 1936, wordt de tender volgeladen. Dat gebeurt mechanisch. In veel minder ontwikkelde landen gebeurde dit tot het eind van de stoomtijd met mankracht: een vermoeiend en zwaar karwei dat bovendien nog slecht werd betaald.

Stoomlocomotief 3926 komt op deze foto en profil prachtig uit in al haar glorie. Zij staat bij de kolen- bunker van station Amersfoort en op dit moment, 5 juli 1936, wordt de tender volgeladen. Dat gebeurt mechanisch. In veel minder ontwikkelde landen gebeurde dit tot het eind van de stoomtijd met mankracht: een vermoeiend en zwaar karwei dat bovendien nog slecht werd betaald.

Bij de rangeerheuvel op het Amersfoortse emplacement zien we 1D1-loc 6227 met een aantal rongenwagens staan. Let ook op het heuvelsein: het staat in de stand “heuvelen toegestaan” zodat we mogen aannemen dat het heuvelen al is begonnen. Dit type tenderlocomotief kwam vanaf 1912 bij de Staatsspoorwegen in dienst om de zware kolentreinen uit Zuid-Limburg te trekken. Met hun 10.700 kg trekkracht voldeden zij uitstekend. Hohenzollern uit Düsseldorf heeft ze gebouwd in een serie van veertig stuks (NS 6201-6240). 10 augustus 1935.

Bij de rangeerheuvel op het Amersfoortse emplacement zien we 1D1-loc 6227 met een aantal rongenwagens staan. Let ook op het heuvelsein: het staat in de stand “heuvelen toegestaan” zodat we mogen aannemen dat het heuvelen al is begonnen. Dit type tenderlocomotief kwam vanaf 1912 bij de Staatsspoorwegen in dienst om de zware kolentreinen uit Zuid-Limburg te trekken. Met hun 10.700 kg trekkracht voldeden zij uitstekend. Hohenzollern uit Düsseldorf heeft ze gebouwd in een serie van veertig stuks (NS 6201-6240). 10 augustus 1935.

Aan de oostkant van het emplacement zien wij loc 3913 met internationale trein 111 vertrekken uit Amersfoort richting Duitsland. Het aantal personenrijtuigen was in die tijd, 6 augustus 1935, beduidend lager dan wat we nu in het internationale treinverkeer gewend zijn. Helemaal rechts op de foto kunt u het locomotievendepot nog zien.

Aan de oostkant van het emplacement zien wij loc 3913 met internationale trein 111 vertrekken uit Amersfoort richting Duitsland. Het aantal personenrijtuigen was in die tijd, 6 augustus 1935, beduidend lager dan wat we nu in het internationale treinverkeer gewend zijn. Helemaal rechts op de foto kunt u het locomotievendepot nog zien.

Op 10 augustus 1935 passeert deze locomotief met een huisvuiltrein Amersfoort. De wagens zijn leeg, want de trein rijdt naar Den Haag, waar ze weer gevuld zullen worden. Loc 4620 is de hoogste van de serie van twintig stuks (NS 4601-4620). Zij werden in 1922 bij Werkspoor besteld als opvolger van eerdergenoemde serie 6201-6240, die als tenderlocomotief maar beperkte hoeveelheden kolen en water kon meenemen. Ook de trekkracht van de 4600-en was met 14.260 kg een stuk groter. Toch bevielen deze machines niet voor de volle honderd procent. Dat kwam voornamelijk door de constructie met twee grote buitenliggende cilinders die een soepele loop in de weg stonden.

Op 10 augustus 1935 passeert deze locomotief met een huisvuiltrein Amersfoort. De wagens zijn leeg, want de trein rijdt naar Den Haag, waar ze weer gevuld zullen worden. Loc 4620 is de hoogste van de serie van twintig stuks (NS 4601-4620). Zij werden in 1922 bij Werkspoor besteld als opvolger van eerdergenoemde serie 6201-6240, die als tenderlocomotief maar beperkte hoeveelheden kolen en water kon meenemen. Ook de trekkracht van de 4600-en was met 14.260 kg een stuk groter. Toch bevielen deze machines niet voor de volle honderd procent. Dat kwam voornamelijk door de constructie met twee grote buitenliggende cilinders die een soepele loop in de weg stonden.

Tussen de voorlopers van de NS is er altijd sprake geweest van concurrentie. Vooral tussen de twee grote: HSM en SS. De serie 2B-locomotieven 501-535 was in 1914 het antwoord van de HSM op de een paar jaar eerder bij de SS in dienst gestelde 2C-machines, de latere 3700-en bij de NS. De HSM-locs waren wel wat lichter, maar door hun constructie met binnenliggende cilinders en enorme drijfwielen -2100mm in doorsnee-, uitstekend in staat snelle prestaties te leveren. Bij de NS kreeg de serie de nummers 2101-2135. Had de keuze van deze nummering soms iets te maken met eerdergenoemde wieldiameter? Op de foto staat de 2115 onder stoom op het emplacement, maar wat zij ging doen kunnen we van de foto niet aflezen. Hesselink maakte deze plaat op dezelfde dag als de vorige: 10 augustus 1935.

Tussen de voorlopers van de NS is er altijd sprake geweest van concurrentie. Vooral tussen de twee grote: HSM en SS. De serie 2B-locomotieven 501-535 was in 1914 het antwoord van de HSM op de een paar jaar eerder bij de SS in dienst gestelde 2C-machines, de latere 3700-en bij de NS. De HSM-locs waren wel wat lichter, maar door hun constructie met binnenliggende cilinders en enorme drijfwielen -2100mm in doorsnee-, uitstekend in staat snelle prestaties te leveren. Bij de NS kreeg de serie de nummers 2101-2135. Had de keuze van deze nummering soms iets te maken met eerdergenoemde wieldiameter? Op de foto staat de 2115 onder stoom op het emplacement, maar wat zij ging doen kunnen we van de foto niet aflezen. Hesselink maakte deze plaat op dezelfde dag als de vorige: 10 augustus 1935.

Tot slot nog een aardige tramfoto van de NBM. Bij de Vlasakkers te Amersfoort komt op 10 april 1939 motorwagen 94 ons tegemoet, met twee aanhangwagens van de serie 30-54 aan de haak. Waarschijnlijk komt deze tram uit Doorn. De vier motorwagens 91-94 werden in 1931 door Beijnes in Haarlem gebouwd. Na de opheffing van de tramdiensten in 1949 zijn zij naar Solingen verhuisd.

Tot slot nog een aardige tramfoto van de NBM. Bij de Vlasakkers te Amersfoort komt op 10 april 1939 motorwagen 94 ons tegemoet, met twee aanhangwagens van de serie 30-54 aan de haak. Waarschijnlijk komt deze tram uit Doorn. De vier motorwagens 91-94 werden in 1931 door Beijnes in Haarlem gebouwd. Na de opheffing van de tramdiensten in 1949 zijn zij naar Solingen verhuisd.


18 januari 2014