Winterreis 2010

18 februari 2010

door Esther van Nie en Jan Veerkamp

We vertrokken al vroeg (8.04 uur) uit Amsterdam Centraal, maar hoe vroeg wij ook zijn, er zijn er altijd vroeger. De begroetingen op het perron zijn als altijd hartelijk. Het eerste stuk tot aan Arnhem, reed een enkeling (één van uw verslaggevers) zwart. Domweg vergeten een kaartje te kopen, vlak voor Arnhem geloofde de conducteur het wel, hij ging niet iedereen af voor kaartcontrole, mazzel! De vraag waar wij en ook andere reisgenoten mee blijven zitten is: wat als je in Amsterdam Centraal met je OV-chipkaart hebt ingecheckt en in Arnhem doorrijdt op je groepsticket, hoe check je dan bij de grens uit? Het antwoord hierop is nog niet gegeven. Of je moet tevoren de stationsplattegrond op www.ns.nl bestudeerd hebben en dan zie je hoeveel chippalen er zijn en waar ze staan. En bij de vertraagde aankomst in Arnhem bleek dat geen haalbare kaart te zijn. Verslagggever twee was blij met zijn losse kaartje. Tot en met het laatste station heeft Puck overigens alle binnenkomende medereizigers op de hoogte gebracht van het feit dat Sofia, Harrie en verslaggever 1 jarig zijn. Een anonieme verjaardag gaat dus niet lukken vandaag. En vanavond een intiem diner met 55 mensen, ook dat nog…

In Duitsland wordt het uitzicht uit de trein steeds witter, het dooit licht en er is mist. De horizon vervaagt, we rijden in een grote witte leegte die nergens vandaan komt en nergens naartoe leidt. En de trein rijdt niet snel genoeg, we lopen uit. In Frankfurt Flughafen hebben we maar 11 minuten… en de vertraging is meer dan 20 minuten. Gelukkig is alles te laat. Nauwelijks kan worden voorkomen dat er gespurt wordt naar de trein die Dresden als eindbestemming blijkt te hebben. Helaas moeten we deze reis één van onze favoriete reisgenoten missen; we hadden ons erg verheugd op zijn gezelschap, maar horen dat Vincent nog dezelfde dag is geopereerd en voorzien van 2 stents. Hij maakt het naar omstandigheden goed.

Vrijdag 19 februari
Rondom Linz

Eén van de dingen die het reizen aantrekkelijk maakt is het ontbijtbuffet in de landen ten oosten van ons. Vooral het kummelbrood gaat er bij verslaggever 1 wel in! Tijdens de ochtendexcursie is het waterkoud, het dooit net wel of net niet, het mist, de omgeving is eigenlijk wel saai, maar wordt hier en daar opgevrolijkt door een stationnetje en een stelletje hazen die hun pad kiezen. We ontberen een zonnetje. In een über gerestaureerde houten motorwagen (elektrisch) van de Linzer Lokalbahn (LiLo) rijden we van Eferding naar Peuerbach en weer terug. Een lekker ouderwets onverwarmd voertuig. We zaten gelukkig erg dicht op elkaar gepakt.

’s Middags rijden we als zovelen met de tram naar de top van de Pöstlingberg met de Pöstlingbergbahn. Sinds een paar jaar geen speciaal remsysteem meer, maar gewoon een moderne tram met krachtig motor- en remvermogen. Via de achtertuinen ben je zo boven. Boven in de bedevaartskerk is het al niet warmer, maar we genieten wel van het nevelige uitzicht over de stad Linz. Beneden aangekomen schuimen we nog wat kerken af, we zijn tenslotte toeristen. Linz is een erg aardig stadje met een fijn cultuuraanbod naar blijkt. Een deel van de verslaggevers scoort kaartjes voor de opera Kepler, geschreven door Philip Glass ter gelegenheid van Linz Culturele Hoofdstad van Europa 2009. Twee voor de prijs van één (totaal €12,50). Verslaggever 2 bedankt voor de eer, hij is niet dol op klassieke muziek van componisten die nog leven (of zeer recent zijn overleden). Vlakbij het theater eten de muziekliefhebbers traditioneel Oostenrijks in een soort kelder, streekgerechten waarbij je proeft dat ze met liefde zijn klaargemaakt. Later zitten zij “fully underdressed” hoog bovenin de zaal, zien niet veel van wat er op het toneel gebeurt, maar genieten des te meer van de muziekanten in de orkestbak en de geweldige muziek van één van onze favoriete componisten. Linz kan niet meer stuk!!!

Zaterdag 20 februari
Van Linz via Wenen naar Bratislava

Met wat gehobbel van het ene station naar het andere in Wenen (in Wien Hütteldorf stappen we over op de S-Bahn [S2] naar het station Wien Südbahnhof S-Bahn, en ook hier lijkt het alsof geen stad meer serieus wordt genomen zonder gigantische bouwput) komen we aan in een koud en guur Bratislava. Het schijnt een mooie stad te zijn (geweest), maar vooralsnog worden wij langs de pimp-my-Plattenbau complexen geleid. Alles buiten de oudste binnenstad is vakkundig door de communisten gesloopt en vervangen door “wat goed is voor het volk”. Nu we een gids (wij noemen hem liefkozend Peter Praatgraag) hebben toegewezen gekregen weten we dat we niet in Bratislava zijn, maar in Preßburg. De naam Bratislava vindt Peter maar moeilijk te verteren, we begrijpen niet helemaal waarom.

’s Middags ervaren we wat kou-tot-op-het-bot is. In een übergerestaureerd tramstel uit 1938 maken we na een bezoek aan het depot een rit rondom de oude binnenstad, langs de grauwe Plattenbau dus. Net als we helemaal onderkoeld beginnen te raken warmen we ons aan de slappe lach. De geluidsinstallatie doet het met horten en stoten, waardoor Peter zijn verhaal een rap lijkt, op kritieke momenten valt hij weg en vullen wij zelf de tekst maar aan. We warmen ons later in het Tesco-warenhuis en lopen met Peter in de avondschemering nog door de binnenstad. Hij weet van geen ophouden. Wel meldt hij dat het openbaar vervoer na 21.00 uur niet veel meer voorstelt. Toeristen horen dan kennelijk in hun hotel te zijn. Gelukkig blijkt dat erg mee te vallen, uw chroniqueurs zijn aanmerkelijk later thuis, zonder veel gedoe. In klein gezelschap eten we in restaurant Roland, in het voormalige kantoorgebouw van een Hongaars verzekeringsbedrijf gebouwd in Sezessionstijl. We weten nu al: deze reis gaat niet alleen over railvervoer, maar ook over schnitzels.

Zondag 21 februari
Rondom Bratislava, stoomexcursie naar de Kleine Karpaten

We beginnen de dag met een bezoek aan het museum/depot. Buiten staat een eindeloze rij stoomlocomotieven (of wat daar van over is), te wachten op betere tijden, als die tenminste nog komen. Daar hebben we zoals altijd te weinig tijd voor foto’s met als gevolg dat verslaggever 1 achter in het gebouw iemand sleutels in het slot hoort steken en zij nog maar net kan voorkomen dat zij de rest van de dag wordt ingesloten. Het is tenslotte zondag, hier komt vandaag niemand meer. Met de stoomtrein (getrokken door loc 331.037) rijden we eerst over de hoofdlijn in westelijke richting tot Zohor, om vervolgens af te buigen over een spoor waar alleen nog af en toe goederentreinen rijden. Onderweg worden we regelmatig voorzien van zoete en hartige lekkernijen en wordt de koffie naarmate de dag vordert dunner. De Glühwein is wit en hartverwarmend, de uitdaging is het slappe plastic bekertje zonder morsen naar je plaats in je rijtuig te krijgen. Uit dit treinstel is gelukkig niet de ziel weggerestaureerd, er zijn nog volop authentieke details die het leuk maken. In de kantine van de voormalige kolchoz in het dorp Plavecke Podhradie krijgen we een uitstekende lunch voorgeschoteld: soep met grote ballen en veel vermicelli en, jawel, schnitzels! Je moet er van houden, maar als dat het geval is zit je goed op deze reis! De kolchoz is inmiddels een grote manege waar de rijkere Slowaken kunnen komen paardrijden. We laten de paarden met hun voorverwarminstallatie voor wat het is en keren terug naar Bratislava waar ergens in de Plattenbau het diner op ons wacht. In het hotel kijken we later nog naar wat Olympische wedstrijden, maar we zullen deze reis voornamelijk heel veel variaties van het skigebeuren voorbij zien komen op tv.

Maandag 22 februari
Bratislava

’s Ochtends begeleiden we onze reisgenoten naar het station. Onderweg wacht ons echter nog een verrassing. Peter leidt ons naar een onverwacht stukje Nederland in Bratislava. Een heuse gele Plan U (DE3) staat al geruime tijd op een rangeerterrein te wachten op betere tijden. Of liever: op toestemming om het Slowaakse net te mogen berijden. Zonder enig probleem is de dieselmotor gestart en kan onze Martin V. het treinstel enkele honderden meters verplaatsen, hij kan zijn geluk en wij onze verbazing niet op. Gelet op het overmatig enthousiasme bij de hele groep geven wij de SNE ernstig in overweging om maar eens een excursie te organiseren naar het Nederlands materieel dat in den vreemde rondtoert. Voor ons gaat even later het transportmuseum (niet alleen treinen, maar ook automobielen, fietsen en motoren staan opgesteld) open. Buiten is het nu warmer dan binnen, we ervaren de expositie als ware het een koelcel. De kleine rode Fiat Topolino steelt mijn hart. We sneaken even later met Martin V. het museum uit voor een wandeling door de autoluwe binnenstad van Bratislava, bijzonder goed gerestaureerd de laatste jaren met veel goede koffiehuizen. Tijdens de lunch nu eens geen schnitzels, maar zoete ravioli met een vulling van verse kaas en als poffertjes overgoten met warme boter, suiker en ook nog eens bestrooid met cacaopoeder. Inmiddels is de groep (met verslaggever 2) wel in Wenen aangekomen en dolen de achterblijvers nog door Bratislava. Zij lopen over de grote brug, langs de Donau terug over de oude spoorbrug en wachten op “the blue hour” voor het maken van opnamen van de verlichte historische gebouwen. Dat er dan af en toe een tram in beeld komt, nou ja, dat moet dan maar…

Dinsdag 23 februari
Van Bratislava naar Wenen

De ochtend besteden de achterblijvers nog in Bratislava, de rugzakken hebben een plekje gekregen in het bagagedepot op het station en als het meezit kunnen ze nog op hetzelfde 60-minuten kaartje met de trolleybus naar de burcht. Aan de buschauffeur zal het niet liggen, die racet erover en binnen no time staan ze boven bij de poort van de burcht. Ook hier wordt gewerkt, de burcht is dicht, maar het uitzicht over de stad blijft prachtig. Ze lopen onthaastend terug naar beneden, langs de communistische planologische blunders terug de stad in. Daar is het lekker rustig beklimmen van de oude wapentoren waar, naarmate ze hoger komen, de suppoosten steeds vriendelijker zijn. Kennelijk zitten er nog restanten van de oude hiërarchie in deze arbeidsplaatsen. Rangen en standen. Het onthaasten gaat verder in de richting van Wenen.

Daar heeft niemand een glimlach kunnen onderdrukken bij het aanschouwen van een pontificaal in het midden van de hotelkamer geplaatste, geheel glazen douche. Een designhotel, zoals enkele jaren geleden in Graz. Architecten zijn grappenmakers, wij kunnen het wel waarderen. We hebben nog mooi de tijd om het nieuwe MUMOK (Museum für Moderne Kunst in het MuseumsQuartier) te bezoeken. We krijgen korting, deze keer eens niet door een verbouwing, maar er is niet veel te zien. Inderdaad is de fototentoonstelling minimaal, en de moderne kunst hier en daar prettig onbegrijpelijk, echter de architectuur vergoedt veel. In de liftschacht past een 24-voets container zonder enige moeite, de liftdeuren zijn navenant groot. Grootse plannen voor de toekomst, zo lijkt het. Terwijl het donker wordt lopen we langzaam richting U-bahn en eten typisch Weens (nee, nu even geen schnitzel) in een oud restaurant “Wiener Stil” vlakbij Bahnhof West.

Woensdag 24 februari
Rondom Wenen

Helaas zijn er bij de oude blauwe motorwagen 5145 wat moderne haarscheurtjes ontdekt waardoor zij binnen moet blijven. In plaats daarvan krijgen we een hele grote stoere groene loc (2143 040-0) met dito rijtuigen. Een reus. Ook genieten we van de stoere chef in het barrijtuig met zijn heftig sterke koffie en zelfgekochte cake uit de supermarkt. De lunch is een schnitzelstop tegenover het stadhuis van Laa an der Thaya. De race erheen en weer terug naar het station was ons sportmoment van de dag. ’t Kon net. Op het volgende traject is geen verkeer meer en laten we ons af en toe uit de trein zakken voor een fotostop. Ons stoere treinstel gaat niet onopgemerkt voorbij aan het wild in de velden. Hazen schieten uit hun leger, fazanten stijgen verwilderd op en roedels reeën zetten het op een lopen. Her en der spot ik een witte reiger. Gelukkig geen aanrijdingen met het wild. Omdat de recensies uit de groep over het restaurant van het hotel goed zijn, eten we samen met wat medereizigers. Inderdaad, goed design-eten. Na het tafelen rol je zo je hotelkamer in, dat heeft toch ook wel weer wat.

Donderdag 25 februari
Van Wenen naar Saalfelden

Vandaag reizen we richting wintersportgebieden. De besneeuwde bergen doemen op, winterreis zoals winterreis bedoeld is. Vanuit onze rijtuigen genieten we van de voorbij glijdende witte vergezichten en berglandschappen.

Vrijdag 26 februari
Rondom Saalfelden

Het weer zit niet mee, het is mistig, het is waterkoud, het hangt ergens tussen miezer en motregen. Een lokale lijn (REX 1505) brengt ons naar Zell am See waar we op de Pinzgauer Lokalbahn stappen (Loc 2095). We druppen van de ene fotostop naar de andere, warmen ons aan de alcoholvrije (jazeker!) punch in de trein, lunchen in Mittersill en banen ons een weg tussen de verregende wintersporters door even Zell am See in te lopen. Miezerabel weer maakt ons niet blij. Gelukkig maar dat we de locloods en depot mogen bezoeken en daar nog wat fraaie oude modellen tegenkomen, maar ook mooi jong spul. Het ziet er allemaal erg goed verzorgd uit. Met natte neuzen rijden we terug naar Saalfelden (REX 1510) waar we tijdens het einddiner vernemen dat Vincent inmiddels weer thuis is. En meer goed nieuws, Albert heeft zich na een kort oponthoud gelukkig weer bij de groep gevoegd.

Zaterdag 27 februari
Van Saalfelden naar Neurenberg

Het grootste gedeelte van de groep gaat terug naar huis, terwijl een kleine minderheid zich opmaakt om in Neurenberg het spoorwegmuseum te bezoeken. Onder bezielende leiding van Martin V. die zich ontpopt als heuse reisleider. Bij vertrek uit Saalfelden kwamen de rijtuigen van onze trein in omgekeerde volgorde binnen rijden, gelukkig maar, dan ben ik toch niet de enige die niet weet wat de voorkant of de achterkant van de trein is. Bij de ÖBB zijn ze daar dus ook niet zeker van. De rollende kofferparade zet zich in beweging en eenmaal in het juiste rijtuig aangekomen (dat kan ook binnendoor als je bagage wat smaller is) blijken we nog strijd te gaan leveren met reizigers die op onze plaatsen zitten, natuurlijk óók met grote koffers. Vandaag is het prachtig zonnig weer, de besneeuwde bergen schreeuwen om het hardst om een plekje op mijn Caran d’Ache kleurdoos. Op de pistes is het druk, de vakantie loopt ten einde, langzaam rijden we vlakker land binnen, halen de files in en schudden de handen van onze doorreizende railvrienden. Uit betrouwbare bron hebben wij begrepen dat de krappe overstap in Hannover toch goed is gegaan, en het merendeel van de groep bereikte die dag Nederland.

In Neurenberg bergen de “vreemdgaanders”de bagage op in Motel One (er blijken er twee van te zijn). De kamer van de foto op de website is kennelijk gefotografeerd met een extreme groothoeklens, in werkelijkheid een postzegel. Maar wel een design-postzegel.
We dompelen ons daarna onder in het spoorwegmuseum (twee van ons bezoeken Dokumentationszentrum Reichsparteitagsgelände), te groot voor een middag, maar o-zo mooi. De tentoonstellingen zijn prachtig ingericht, met presentaties van de juiste lengte, goede informatieborden en héél fraai tentoonstellingsmateriaal en -materieel. Boeiend van de eerste tot de laatste minuut met als toetje een hele fijne shop!

Vlak achter de Frauentor duiken we een Kneipe/restaurant in en bezetten de stamtafel om daar voorlopig niet meer bij weg te raken. Frans beleeft er zijn “mobiele coming out”, hij gebruikt voor het eerst zijn digitale sok om Puck te bellen waar wij ons bevinden. Dat gaat niet helemaal naar wens, gelukkig heeft verslaggever 1 het visitekaartje van onze voorzitter nog bij zich (Hans Brouwer is met Puck op stap vanmiddag). Kort daarna is het achttal compleet en aan de drank. We eten er goed en Duits en gedragen ons zoals dat hoort aan de stamtafel, er wordt flink gelachen. Bij gebrek aan penningmeester rekent de secretaris alles af, ja we zullen echt terugbetalen hoor! In het hotel kijken we nog even naar de Olympische zwemschaatswedstrijd van Anni Friesinger. In schoolslag haalt zij de finish, het wordt eindeloos herhaald omdat het er echt niet uitziet.

Zondag 28 februari
Van Neurenberg naar Amsterdam

Soms is het maar goed dat je niet weet wat de dag zal brengen, soms is het erg jammer dat je niet in de toekomst kunt kijken. Eén van ons heeft wel al met zorg naar het weerbericht gekeken, en was al bang dat het er om zou gaan spannen. Het laatste ontbijtbuffet wordt veraangenaamd door de deerndels en jonge mannen van een dansgroep, geheel in klederdracht. Dat doet de bloedhete hotelkamer vergeten. We rollen langzaam naar het station voor de laatste etappe naar huis. Het zal een lange lange dag en nacht worden. De trein is leeg, we mogen overal zitten en Martin regelt met de machinist-knopf-im-ohr, dat het gordijn tijdens de rit open blijft voor ons uitzicht. Sterker nog, we mogen allemaal een stuk in de cabine meerijden. Mag dat? Nee natuurlijk niet, maar ook de conducteur stapt af en toe in om mee te rijden en te praten. We rijden langs de rivier de Neckar, een opwarmertje voor straks het beloofde traject langs de linker Rijnoever. Het water in de rivier wordt tegen de stroom in opgestuwd door de harde wind. Een voorbode voor wat komen gaat. We raken danig “in de plus”, voor Mainz staan we twee uur stil in het land door een draadbreuk. Bomen moeten worden weggezaagd. We zullen het grootste gedeelte van de rit langs de Rijn helaas in het donker rijden. Er raast een storm over Europa die zijn weerga niet kent (uitloper van de orkaan Xynthia) en waarvan we in Keulen pas echt merken hoe erg die is. Het treinverkeer is stilgelegd in deze regio, we zien een ICE binnenrijden, gesleept door twee zware diesellocs! De stationshal is bomvol, diverse cameraploegen van nieuwsdiensten doen hun werk.

In Keulen komt er na nog eens 4 uur wachten eindelijk een trein richting Oberhausen waar onze treinreis ophoudt. Na nog eens twee uur wachten op bussen, geen toiletten geen mededelingen, no nothing komen we uiteindelijk om 04.30 uur aan op Amsterdam Centraal en hebben een puike aansluiting op de nachtbus naar Amsterdam-Noord. Om klokslag vijf steekt verslaggever 1 de sleutel in de voordeur, groet een krantenbezorger van de Telegraaf en rolt een half uur later het bed in. Gelukkig stond deze maandag al niet in de planning om te gaan werken. Om 12 uur ’s middags heeft zij het gevoel in haar lijf als na een lange transatlantische vlucht, maar deze jetlag is opgelopen bij onze oosterburen. Ondanks dit einde was het een geslaagde reis, misschien niet spectaculair, maar prima door Han georganiseerd, prettig onthaastend en in goed gezelschap!


LLB ET 22 105 in Niederspaching op 19 februari 2010. Foto: Han Duijve

LLB ET 22 105 aan de halte Sperneck. Foto: Han Duijve

Motorwagen 38 en aanhanger 135 en T3 7727 op het eindpunt Karlova Vés in Bratislava, 20 februari 2010.. Foto: Han Duijve

CSD stoomloc 331.037 met de excursietrein bij Pernek op 21 februari 2010. Foto: Han Duijve

CSD Stoomloc 331.037 met de excursietrein in het station Lozorno. Foto: Han Duijve

ÖBB Dieselloc 2143.040 met de excursietrein in Wien Donauuferbahnhof op 24 februari 2010.. Foto: Han Duijve

ÖBB Dieselloc 2143.040 met de excursietrein bij de handbediende overweg in Kadolz-Mailberg.. Foto: Han Duijve

ÖBB Dieselloc 2143.040 met de excursietrein bij Hadras-Markersdorf.. Foto: Han Duijve

SLB Dieselloc 2095.01 (ex ÖBB) met de excursietrein bij Walchen im Pinzgau,. Foto: Han Duijve

SLB Dieselloc 2095.01 met de excursietrein in Rettenbach op het recentelijk heropende deel van de Pinzgauer Lokalbahn. Foto: Han Duijve