Verslag voorjaarsreis Frankrijk en Zwitserland 2025
Op de laatste dag van mei 2025 verzamelde zich een grote groep NVBS’ers en aanverwanten op het smalle perron 15 van Amsterdam Centraal voor de EuroCity naar Parijs.
Eenmaal in de trein bleek het ook daar een drukte van belang zodat het tot na de stop in Rotterdam duurde vooraleer eenieder de juiste zitplaats had gevonden. Bij uitstekende weersomstandigheden verliep de reis naar het Gare du Nord voorspoedig. Daar aangekomen was de eerste uitdaging van reisleider Rob Zoomer om aan kaartjes voor de metro te komen. Na wat zoeken vond hij een loket dat wél geopend was en konden we richting metro. Het gesjouw met koffers door de onhandige poortjes en over de trappen (roltrappen of liften ontbreken bij veel metrostations in Parijs) deed ons direct al beseffen dat dit soort reizen een topconditie vereist. Bij ons eerste hotel aangekomen, bleek men daar als regel te hebben dat je het groepen niet al te makkelijk moest maken. We konden nog net onze bagage in een aparte ruimte achterlaten en mochten daarna alvast enkele uren van de Franse hoofdstad gaan genieten. Een aantal onder ons koos ervoor om vast iets leuks te ondernemen en pas na het openingsdiner in een restaurant met livemuziek (brult u die mooie Franse chansons maar mee!) de bagage op te halen. Inmiddels bleek één onzer reeds te zeer ongesteld om de reis nog te kunnen voorzetten en dat bleek een voorbode voor nog meer onheil, want enkele deelnemers hebben vanwege iets wat op griep leek weliswaar alle transfers meegemaakt, maar helaas een aantal excursies niet.
De eerste volle dag in Parijs was ter vrije besteding en zo kwamen er in de groepsapp allerlei foto’s langs van deelnemers die tram- of metrolijnen op hun lijstje hadden staan die ze nog niet eerder gereden hadden.

Paijs, Pont De Bir Hakeim met metrolijn 6, 1 juni 2025. Foto Paul Muré
Op dag 2 meldden we ons op het Gare de l’Est voor een TGV naar Straatsburg, ook weer zo’n lijn die velen nog niet eerder gereden zullen hebben. In die stad hadden we een paar uur pauze en zo konden we ons enerzijds verbazen over de grote glazen bol waarin de Fransen het prachtige station verpakt hebben en de treurige staat van de statige oude overkapping van de perrons, maar ook konden we genieten van de rust in de stad en de trams die langs de straten gleden. Dat “glijden” werd overigens vergemakkelijkt door de nodige regen.

Straatsburg, TGV Oui uit Parijs Gare de l’Est, 2 juni 2025. Foto Frank Hoogenboom

Besançon, Pont de Chardonnet, voormalige Spoorbrug over de Doubts, 3 juni 2025. Foto Frank Hoogenboom
Vanuit Straatsburg ging het weer per TGV verder naar Besançon TGV. Daar kwamen we wat aan de late kant aan, maar voorsorteren van de koffers én een gepast sprintje waren voldoende, want het boemeltje naar Besançon-Viotte wachtte geduldig. De tramkaartjes in Besançon waren sneller geregeld en dat was maar goed ook, want inmiddels had Pluvius ons weer gevonden. We zaten in een hotel dat meer van een appartementengebouw weg had en waar je je dus redelijk zelf zou kunnen bedruipen, ware het niet dat het restaurant om de hoek ook prima voldeed. Op de vierde dag kon eenieder de oude vestingstad Besançon en zijn omgeving verkennen en velen gaven dan ook gehoor aan de oproep om zich aan te melden voor een rondje op de rivier rond de stad. Tijdens de boottocht bleef het gelukkig droog en konden we de twee spoorbruggen bewonderen die de stad rijk is. Een van de twee is een mooie gewapend betonnen boogbrug, inmiddels in gebruik voor voetgangers en fietsers.
Vanuit de boot zagen we de trein richting Zwitserland het dal uit klimmen waarna we zelf een ingenieuze tunnel in voeren die de meanders van de rivieren met elkaar verbond. In de middag gingen meerdere deelnemers juist heuvelop. Ooit was Besançon na Parijs de grootste garnizoensstad van Frankrijk en op de heuvels boven de stad was te zien wat dat ingehouden had: een imposant fort, dat nooit ingenomen was, had dit leger gehuisvest. Inmiddels waren er een dierentuin en een kinderboerderij in gevestigd en kon je er allerlei tentoonstellingen over zeer uiteenlopende onderwerpen bekijken. Over de ommuring was het prima wandelen, totdat het weer omsloeg. Waar sommigen de plaatselijke busdienst hadden geprefereerd om het fort te bereiken, waren er ook echte bikkels die naar boven en beneden waren gaan lopen!

La Ferrière, de excursietrein met motorwagen 122 van de CFJ wacht op de tegentrein, 4 juni 2025. Foto Rob Zoomer
Dag 5 was gereserveerd voor een spectaculaire rondrit vanuit Besançon door het grensgebied van Frankrijk en Zwitserland. Eerst ging het met een reguliere trein naar het Zwitserse La Chaux-de-Fonds waar we overstapten in een museumsmalspoortrein van de Chemins de Fer du Jura (CFJ) die ons over regulier smalspoor weer de bergen in bracht. Het eerste deel ging via een straatspoortraject en inderdaad was het bíjna zover gekomen dat een invoegende automobilist onvoldoende had ingeschat dat we écht niet aan de kant zouden gaan.
De smalspoorlijnen die we volgden waren alle geëlektrificeerd behalve de aansluiting naar het depot van de CFJ. Aangezien de elektrische loc GEM 122 van de CFJ uit 1953 in de jaren ’60 van een zware dieselmotor was voorzien, kon deze nu als hybride loc laten zien en horen hoeveel uitlaatgassen en lawaai er kon worden geproduceerd.

Pré Petitjean, motorwagen 122 start de dieselmotoren om het remiseterrein op te kunnen rijden, 4 juni 2025. Foto Frank Hoogenboom

Combe Tabeillon, motorwagen 122 loopt om tijdens een stortbui. De rangeerder steekt zijn paraplu op, 4 juni 2025. Foto Paul Muré
Bij het depot viel ons op dat een aantal goederenwagens aanduidingen van de Tsjechische spoorwegen op hun zijkant hadden staan. Volgens onze begeleider een canard van een van de schilders. Er stonden ook rijtuigen die in een trein met tandwielaandrijving mee konden rijden, echt een teken dat we in de bergen zaten, al hoeft de CFJ er geen gebruik van te maken. In de trein werden ons allerlei plaatselijke delicatessen aangeboden door het vriendelijke cateringpersoneel en zo konden we genieten van de omgeving én het eten, en natuurlijk van de snorrende electromotoren van de motorwagen. Voordat we weer overstapten op een normaalspoortrein was er nog een moment waarop onze trein kop moest maken. Altijd een mooi fotomoment, en in dit geval helemaal, want juist tijdens deze gebeurtenis gingen alle hemelsluizen open en koos de rangeerder ervoor zijn arbeid dan maar met een opgestoken paraplu te verrichten. Aan het begin van de avond kwamen we moe maar voldaan terug in Besançon.
De volgende dag was gereserveerd voor een transfer naar Grenoble, en de SNE zou de SNE niet zijn als dat niet met een bijzondere trein zou gebeuren, namelijk een trein van met loc CC6549 van de APFMS met een viertal voormalige sneltreinrijtuigen erachter. Om bij het beginpunt van de rit te komen, had Rob het zekere voor het onzekere genomen: er dreigde staking bij de SNCF, dus hij had een bus geregeld om ons naar Dijon te brengen.

Loc 6549 van de APFMS met excursietrein tijdens binnenkomst in Dijon, 5 juni 2025. Foto Frank Hoogenboom

Lyon Perrache, loc CC6549 van de APFMS met excursietrein, 5 juni 2025. Foto Paul Muré
Eenmaal in de trein ervoeren we dat het coupérijtuigen waren met boven alle banken spiegels. Dat leidde ertoe dat lang niet altijd duidelijk was waar iemand nu werkelijk zat of naartoe liep/vandaan kwam. Wat de positie van spoorbeheerder SNCF was geweest, was in de voorbereiding evenmin erg duidelijk geweest. Kort voor de rit was de APFMS nog gebeld door een medewerker die meldde dat de rit helemaal niet kon doorgaan! Daar hielp wat tegengas wel, al kon het programma dat aanvankelijk was bedacht maar zeer ten dele uitgevoerd worden. De SNCF stond namelijk vrijwel nergens langere stops toe en vrijwel nergens ruimte om om te lopen. De toegekende fotostops van drie minuten leverden meteen het SNE-record foto’s maken op want de conducteur begon al twee minuten voor vertrek op zijn fluitje te blazen.

Lyon Perrache, zijperron. Fotolijn voor de excursietrein, 5 juni 2025. Foto Marc Schram
In de trein lieten we ons de aangereikte lunch prima smaken en genoten van de soepele gang van de trein door bergen en dalen. De trein zette ons tegen het einde van de middag af in Chambéry, waar de APFMS in de beroemde ronde locloods La Rotonde een deel van de sporen in gebruik heeft. Een imposant bouwwerk, nog altijd in gebruik bij het spoor, en met een aantal joekels van locomotieven. We konden nog getuige zijn van een Nez Cassé die naar binnen werd gereden en op de draaischijf werd gezet. Na het bezoek ging het met regulier treinvervoer door naar Grenoble.
De volgende, vrije dag in Grenoble benutte menigeen om ook hier het plaatselijke tramnet te frequenteren of het hooggelegen fort te bezoeken dat te bereiken was met een kabelbaan vanuit de oude stad. Het fenomenale uitzicht op de Alpenreuzen maakte deze stad een bezoek meer dan waard. Inmiddels was het behoorlijk opgewarmd en de laatste dagen zouden we met hoge, bijna tropische temperaturen kunnen genieten.

Grenoble Gare met (bijna) historische tram 2047, 6 juni 2025. Foto Rob Zoomer
Dag 8 ging het per reguliere trein en TGV naar Montpellier. Ook hier had de spoorbeheerder weer invloed op het programma want de regionale berglijn naar Gap bleek voor onderhoud gesloten, zodat we over de hoofdlijn naar Valence Ville moesten. Daar vond Rob een hotel dat wel even een zakcentje wilde verdienen door op onze bagage te letten, zodat wij stad, markt en park voor enkele uren konden verkennen. Een korte treinrit bracht ons naar Valence TGV. Daar had Rob inmiddels geleerd dat het instappen van onze groep regie verdiende, omdat we natuurlijk vaak bij elkaar zaten en de doorgangen bij de bagageruimtes klein waren. Door zijn gestructureerde aanpak konden we vertraging voorkómen en kwamen we aan het eind van de middag in het zonovergoten Montpellier aan. Die stad heeft behalve prachtige pleinen en gebouwen net als Grenoble een imposant tramnet. De volgende dag kreeg eenieder de kans stad en omgeving te ontdekken en inderdaad, het was leuk even met de tram zover mogelijk richting zee te rijden en daarna de rest van de afstand ernaartoe lopend af te leggen.

Montpellier, tegenover het station. Uitzicht vanuit ons hotel op tramlijn 2, 7 juni 2025. Foto Paul Muré
Op dag 9 had Rob een uitsmijter voor ons in petto: een dagvullende rit met twee dieselstellen X2800 dwars door het Centraal Massief naar Clermont-Ferrand. Ook hier had de SNCF weer onderhoud gepland, zodat de oorspronkelijke route over het beroemde Viaduc de Garabit niet bereden kon worden, maar wat overbleef overtrof onze verwachtingen even goed nog verre. Een dag lang dieselgebrul, veelvuldig geclaxoneer bij elk van de meer dan 50 tunnels op de route, genieten van de lunchdozen die de organisatie voor ons had besteld, op het pleintje voor het station in Mende, met z’n allen de trein fotograferen vanaf de bovenkant van de sneeuwtunnels tussen La Bastide en Mende, de volledig uitgeschreven uitleg over de route, de toelichting via de boordomroep, de slaperige stations, de steile heuvels en diepe dalen en nog altijd een aantal fantastische viaducten waarvan sommige in een boog lagen en goed vanuit de trein te fotograferen waren.

Alès, de stationschef kijkt of alles veilig is voor vertrek, 9 juni 2025. Foto Ellen Boonstra

Chamborigaud, Viaduct over de Luech, 9 juni 2025. Foto Ellen Boonstra

Villefort, viaduct tussen Grand Combe La Pise en Villefort met de excursietrein, 9 juni 2025. Foto Paul Muré

Villefort, motorwagen XABD2914 langs het perron, 9 juni 2025. Foto Ellen Boonstra

Larzalier, fotostop bij de sneeuwgalerij, 9 juni 2025. Foto Sieger de Boer

Larzalier, fotografen op de trap over de sneeuwtunnel, 9 juni 2025. Foto Frank Hoogenboom

Mende, de stellen X2800 langs het perron naast twee werktreinen van de SNCF, 9 juni 2025. Foto Thijs Bennis
Tijdens het slotdiner ’s avonds in Clermond-Ferrand droeg Esther van Nie haar steentje bij aan de feestvreugde door enig meegenomen ballastbed over te dragen aan de reisleider en de nieuwste deelnemers. Hoeveel complimenten hij ook kreeg, Robs belangrijkste taak was nog aanstaande, namelijk zoveel mogelijk zorgen dat we de volgende dag thuis zouden kunnen komen, omdat het personeel van onze belangrijkste vervoerder, NS, er de volgende dag even de brui aan zou gaan geven. Gestaag bellend slaagde hij er inderdaad in de meeste deelnemers die dat wilden een goed alternatief aan te bieden. Een aantal creatievelingen stapte overigens al in Brussel uit om via Luik naar huis te reizen, anderen gingen per gezamenlijke taxi vanuit Schiphol, en een van de deelnemers… bleef gewoon nog wat langer in Frankrijk.
Al bij al een prachtige en avontuurlijke reis! We kijken alweer uit naar de volgende.
Frank Hoogenboom

Clermont Ferrand, groepsfoto, 9 juni 2025