Verre Reis: Zuid-Korea en Taiwan
door Jan Heemstra
Het is geen doorsnee verre reis, die naar Zuid-Korea en Taiwan. Niet alleen worden er twee landen bezocht die niet per spoor met elkaar zijn verbonden, ook komen er in het reisprogramma geen nachttreinen en geen trams voor.
Op donderdag 2 oktober 2014 reizen 39 enthousiaste treinliefhebbers per vliegtuig af naar Zuid-Korea. We worden opgevangen door de Nederlands-Koreaanse gids Don Roelofs, die ons op een voortreffelijke wijze door het land zou loodsen.
In de spoorwegen van Zuid-Korea zijn nogal wat Franse invloeden terug te vinden. De eerste treinreis gaat met een TGV 18-wagenstel van de luchthaven Incheon naar station Seoul. Het spoorwegmaterieel in Zuid-Korea kent niet zoveel variatie maar toch zit alles er wel in: diesel- en elektrische tractie die even makkelijk rijdt op de lokaalspoortjes als op de hoofdlijnen en twee treintypen voor het echte hogesnelheidswerk.
Opvallend is hoeveel men hier in de infrastructuur investeert: grote rivieroverspanningen, lange viaducten, kruisingsvrije knooppunten, rechtgetrokken kronkellijntjes en lange tunnels. Dat betekent helaas wel dat we op weg naar Gangneung een lange tunnel induiken en alleen in een flits de aansluiting naar de in 2012 buiten bedrijf gestelde zigzag in de doorgaande lijn in Tongri nog kunnen zien. Daar staat tegenover dat we onderweg nog wel de laatste in deze omgeving actieve goederenlocs serie 8000 zien, een loctype dat ondanks zijn 6 assen grote overeenkomst toont met de Nederlandse 1600.
Een paar hoogtepunten in Korea:
- de ‘gedemilitariseerde zone’ tussen Zuid- en Noord-Korea. De helft van de groep had in 2001 al eens aan de andere zijde van de demarcatielijn gestaan, hoe dichtbij en hoe onbereikbaar. Bij het nabijgelegen Imjijngak staat wel een nieuwe herstelde spoorbrug waarover enig goederenverkeer naar een Zuid-Koreaanse fabriek in het Noord-Koreaanse Kaesung plaatsvindt. Fascinerend zijn hier twee opgestelde stoomlocs: het wrak van een in 1942 gebouwde Kawasaki MT-2 1D1 (nummer onbekend) dat gehavend en al is geborgen en de min of meer complete in 1944 gebouwde Japanse MK-3 1D1-machine 244.
- de imitatie-‘stoomlocs’ van Gokseong met dieselaandrijving en fantasiedrijfwerk
- het railfietsen dat wel in het park van Gokseong kan plaatsvinden, maar vanwege een stormachtige ochtend niet aan de kust bij Jeongdongjin
- het fietsen in de rijstvelden bij Gyeongyu waarbij zowel een klein tempeltje als een dieseltrein op de foto kunnen worden gezet
- het bij Jeongdonjin opgestelde wrak van de gestrande Noord-Koreaanse duikboot waarmee spionnen Zuid-Korea werden binnengebracht
- de presentatie in Gangneung over hoe men de vervoersstromen bij de Olympische Winterspelen in 2018 gaat organiseren
Wat verder opvalt in Zuid-Korea: de massaliteit van het toerisme, ook al is er bijna geen Westerse toerist te zien, en de drukte in de grote steden. Het barst er van de scootertjes en nogal wat mensen hebben mondkapjes voor. Maar hoe druk het ook is, op straat is alles even schoon en netjes. Het Koreaanse eten wordt sommigen wel eens wat teveel, maar dan zijn er altijd plaatsen om naar toe te vluchten als een McDonald’s of een 7-Eleven.
Op 14 oktober begint, na een vliegreis met vier uur vertraging, het tweede deel van de reis. De railverbinding met vliegveld Tayouan International is nog niet klaar, maar de bus met onze vaste chauffeur Mr. Cheng en gids Alan brengt ons veilig naar de hoofdstad Taipei.
Het spoor in Taiwan toont veel meer verschillen dan dat in Zuid-Korea. Hier is een sterke Japanse invloed zichtbaar: imposante hogesnelheidstreinen op normaalspoor, elektrische snel- en stoptreinen met een grote variatie aan materieel op Kaaps spoor: diesel op de hoofdlijn in het zuiden en op dromerige zijlijntjes naar het bergachtige midden van het eiland. Het hogesnelheidsnet is bijna geheel gescheiden van de rest van het spoor, de stations aan die lijn hebben de allure van een luchthaven. Evenals in Zuid-Korea is de infrastructuur hier imposant. De drukte, zowel in de steden als bij de toeristische attracties, is ook hier overweldigend. Het is heerlijk als er dan even een rustpunt is te vinden.
Dan is er natuurlijk de 762 mm Alishan-bosspoorlijn met zijn kleine dieseltjes (rijvaardig) en stoomlocs (aan de kant). Deze schitterende lijn (hoogte- en hoogste punt van de reis) ondervindt veel last van aardverschuivingen en daarom is op het ogenblik slechts een deel van de lijn opengesteld. Toch weet Alan het gezelschap naar station Duo-Lin op het tijdelijk gesloten deel van Fengchihu naar Alishan te brengen, waar diesellocje 39 en een paar wagentjes staan weg te kwijnen. Hier is geen toerist te bekennen, maar wel een paar verbaasde Taiwanezen en werkelijk authentieke huisjes.
Op weg terug over het lange westelijke traject van Fengchihu naar Chiayi is te zien hoe lastig het is de lijn in bedrijf te houden: bij een afschuiving, waar de baan met ‘bigbags’ provisorisch is hersteld, geldt een stevige snelheidsbeperking en moet de trein heel voorzichtig passeren. Dat een stoomloc hier niet veilig overheen zou kunnen stampen is te begrijpen, maar jammer is het de prachtige Shay-locjes niet in actie te kunnen zien. Veel wordt echter goed gemaakt door de charmante conductrice van de extra trein, die gelegenheid geeft tot een serie fantastische fotostops langs de lijn.
Andere hoogtepunten in Taiwan:
- Taipei 101: na het bezoek aan de 508 m hoge wolkenkrabber kon er in de kelder bij een Dim-Sumrestaurant met Michelinster worden gegeten
- de Pingxi lijn, een lokaalspoortje nabij Taipei de bergen in, met nog een klein stukje klassieke beveiliging, met een trein midden door de hoofdstraat en met een fraaie rivier met waterval
- de Tarokokloof, een kloof met een diepgelegen rivier, bijna loodrechte marmeren wanden, een enorme aardverschuiving maar ook met mooie wandelpaden. Op de terugweg konden hier in de buurt ook nog treinen worden gefotografeerd.
- Het terrein van het oude station van Taitung, waar op de verlaten sporen nog een trein stond, te midden van een keerdriehoek, een draaischijf en enkele klassieke seinpalen. Leuk was hier het lampionnenfestival, gezellige zitjes en niet al te veel drukte, aangename muziek en voor de verandering nu eens Vietnamese hapjes.
- De forten Providentia en Zeelandia in Tainan met Nederlandse voorschriften als ‘Anno 1634 adij 23 Novemb. Geen vuijl op straet te laten leggen. Ider sal gehouden sijn de straeten in quartier (en dan volgt er een Chinees karakter met de naam van de wijk) voor hun deuren schoon te houden op verbeurte van een reaal van 8en.’ In Taiwan is men heel trots op de grote held Toxinga, aan wie de Nederlanders zich hier hebben overgegeven.
- De zijlijn naar Neiwan, met aan het eind een sfeervol restaurant, een ontspanningsruimte voor de vroegere Japanse houtarbeiders.
Opmerkelijk was het Taiwanese bier: het toonde verrassend veel overeenkomst met het heerlijk, heldere gerstenat dat we in Nederland zo goed kennen. Een prima alternatief voor wijn, die in deze streken nauwelijks te betalen is. Hoewel het programma zeer vol bezet is, is de laatste dag op Taiwan op donderdag 23 oktober een vrije. Slechts een enkeling gebruikt die dag voor een bezoekje aan het Railway Art Festival in de in 2012 gesloten hoofdwerkplaats van Taipei. Het blijkt een topper: kunst met licht en geluid, machines en complete afgedankte treinen in de sfeervolle oude hallen.
Samengevat: zowel de reis in Zuid-Korea als in Taiwan bracht voor elk wat wils en voor allen iets van hun passie. Onze dank gaat uit naar iedereen die dit mogelijk gemaakt hebben, maar bovenal naar reisleider Ronald Bokhove.