Schönes Wochenende Schwarzwald
door Henk van den Blink
Met ruim 50 deelnemers is de SNE vanaf donderdag 30 juni 2011 op pad geweest in België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. De helft van de deelnemers vatte het begrip ′weekend′ wel heel ruim op door pas dinsdag 5 juli terug te keren. Vanuit Maastricht bezochten we eerst het station van Luik. Een open, licht gewelfd glazen dak omspant de sporen met verrassende doorkijkjes op de omringende heuvels. Het patroon van het glazen dak roept associaties op met Luikse wafels, al zal de wereldberoemde architect Calatrava dit niet zo hebben bedoeld. Na een mooie tocht door de Ardennen kwamen we aan in de stad Luxemburg vanwaar de streek in de omgeving van het drielandenpunt Luxemburg-België-Frankrijk werd opgezocht. Speciaal voor onze groep reed een museumtrein van Le Train 1900 naar de Minièresbunn. Een enthousiaste deskundige gids leidde ons per spoor in open rijtuigjes rond in de ertsmijn waar het zo’n 10° C was.
Via Straatsburg bereikten we de volgende dag Freiburg. Alweer speciaal voor ons: een rondrit met enkele museumtrams; in het clublokaal van de Freunde der Freiburger Straßenbahn e.V. stond drinken en een Brezel voor ons klaar. -s Avonds bereikten we Kirchzarten, onze standplaats in het Zwarte Woud. Voorzien van de zogenoemde Konus-Gästekarte, ter beschikking gesteld door het hotel, waaierde het gezelschap op zaterdag over het Zwarte Woud en omgeving uit. Vooral een bezoek aan de Sauschwänzlebahn (Varkensstaartspoorlijn) met een zeer kronkelig traject van Weizen tot Blumberg was erg in trek. Maar ook de Elzas, Mulhouse (spoorwegmuseum!), Freiburg, Titisee of Basel waren goede bestemmingen. In Basel zijn nog steeds bijzondere combinaties van trams te bewonderen; zonder een bijwagen telt een tram in Basel eigenlijk niet mee. Vooral de buitenlijnen zijn aantrekkelijk omdat ze soms door prachtige landschappen voeren.
Met elkaar trokken we er zondag op uit. Eerst via Breisach naar Frankrijk waar we vanuit Volgelsheim een rit maakten met een stoomtrein. Tijdens een schijnvertrek voorzag de stoomloc de kleding van enkele nietsvermoedende fotografen die op de fotolijn een prachtig plekje dichtbij het spoor hadden opgezocht, ongenadig van oliespetters. Het werd een gevarieerde dag: we verplaatsten ons per trein, per bus en met de benenwagen (door schitterende wijngaarden op de Kaiserstuhl) , terwijl we ook stil hebben gestaan bij het grote sluizencomplex op de grens van Frankrijk en Duitsland bij Breisach. Tussen de middag bood de Eisenbahnfreunde Breisgau e.V. – eigenares van de Rebenbummler – ons een broodje met traditionele Fleischkäse aan. Na de wandeling werden we in Oberrotweil nog verrast met Kaffee und Kuchen dat voor velen natuurlijk een Schwarzwälder Kirschtorte betekende. Al op deze dag was het afscheidsdiner in Riegel Ort gepland waarbij reisleider Clemens Boomers lof werd toegezwaaid voor de wijze waarop hij de reis had voorbereid en begeleid. Daarbij werd ook het mooi uitgevoerde programmaboekje met de dagelijkse dienstregelingen, kaartjes en andere nuttige zakelijke informatie niet vergeten.
Terwijl de ene helft van het gezelschap huiswaarts keerde gingen de achterblijvers ’s maandags wederom op eigen gelegenheid met de Konuskarte op pad. Onder leiding van Pleun Benard brak dinsdag ook voor de achterblijvers de terugreis aan. Volgens goed SNE-gebruik verliep deze niet rechtstreeks maar via de bijzonder fraaie trajecten van de Höllentalbahn tot Donaueschingen en de Schwarzwaldbahn, met bij Triberg maar liefst 36 tunnels in lengte variërend van 18 tot 1697 meter, tot Offenburg. Vandaar reden we via de Rijn naar Keulen en vervolgens niet gehinderd door vertragingen naar (en in!) Nederland. Ook deze reis van de SNE werd weer gekenmerkt door een grote variatie: treinen, trams, depots, werkplaatsen, musea en met bestemmingen die dankzij de goede contacten met de diverse verenigingen van Eisenbahnfreunde konden worden bereikt. De SNE en de deelnemers aan dit uitgebreide mooie weekeinde kunnen beslist terugzien op een zeer geslaagde en bovendien zonovergoten reis.