Beschrijving
De huidige City of New York ontstond in 1898 uit de “boroughs” Manhattan, Bronx, Brooklyn, Queens en Staten Island (Richmond). Het openbaar vervoer in New York bestond toen uit trams, trolleys of streetcars genoemd, en “elevated” spoorlijnen. Laatstgenoemde, meestal kort “El” genoemd, werd in 1869 op 9th Avenue in gebruik genomen. Eerst met kabeltractie, na een paar jaar met stoomtractie en rond de vorige eeuwwisseling vervangen door elektrische treinstellen. Er volgenden tot 1880 meerdere lijnen over 2nd, 3rd en 6th Avenue die in 1903 waren geëlektrificeerd. Het net werd in dat jaar overgenomen door de IRT (Interborough Rapid Transit). Ook in Brooklyn was tussen 1883 en 1893 een netwerk van “El” lijnen ontstaan die in 1899 werd samengevoegd tot Brooklijn Rapid Transit (BRT). Desondanks bleef congestie in de straten van NY een probleem en in 1897 kwam de Rapid Transit Commission met de aanbeveling een “Subway” te bouwen, een metro. In 1900 begon de bouw en in 1904 werd de eerste lijn geopend van City Hall naar Grand Central. De lijn werd geëxploiteerd door de IRT. Met het afsluiten van de zogenaamde “Dual Contracts” in 1913 mocht ook de BRT ondergrondse lijnen bouwen in Brooklyn en Manhattan en begon de grote uitbreiding van het net door IRT en BRT (later BMT). In 1925 werd besloten een gemeentelijke “Subway” (Indepedent of IND) te bouwen met twee doelen: vervanging van de “El” lijnen en concurrentie voor de private BMT en IRT. Dat werkte want in 1940 werden die bedrijven door de gemeente overgenomen. Vanaf 1953 waren de lijnen eigendom van de NYC Transit Authourity en in 1968 van de Metropolitan Transit Authourity (MTA). Het net is als gevolg van deze historie ingewikkeld en nog steeds niet volledig ondergronds, al is een groot deel van de “El” lijnen wel verdwenen in de jaren ’50.
De Subway neemt ongeveer de helft van het boek van Robert Schwandl in beslag. Desondanks worden de lijnen veelal gezamenlijk besproken, ook al omdat de exploitatie met local- en expressdiensten en verschillende eindpunten complicerend werkt. IRT lijnen zijn genummerd, BMT en IND lijnen geletterd.
Het tweede deel van het boekje bestaat uit 9 andere OV-bedrijven met forensenlijnen naar New York die onderdeel zijn van de MTA. Sommige zoals de PATH (Port Authority Trans-Hudson Corp.) zijn typische metro’s, andere zijn diensten op routes van voormalige particuliere spoorweg-maatschappijen, zoals de Metro-North (ooit New York Central Railroad en New Haven Railroad) en NJ Transit (de Penssylvania Railroad, Central Railroad of New Jersey en Erie Lackawanna Railroad). Deze lijnen worden gereden met spoorwegmaterieel, inclusief dubbeldekkers, maar ook met forensentreinen getrokken door diesellocomotieven. Ook de spoorlijn op Staten Island valt onder deze categorie, maar de lijn rijdt met metromaterieel en is nooit verbonden met Manhattan, anders dan door ferries. De nieuwste railinfrastructuur is de zogenaamde East Side Access naar Grand Central. Deze wordt gebruikt door de Long Island Rail Road (LIRR), nu onderdeel van de MTA. Trams of Light Rail zijn in New York duidelijk in de minderheid (Hudson-Bergen LR en Newark LR). Al deze bedrijven en lijnen komen aan bod in deze uitgave.
Achterin het boekje zijn twaalf bladzijden met kaarten opgenomen, die beginnen met het metropolitane gebied en steeds gedetailleerd worden (Lower en Midtown Manhattan). Toch vond ik het een probleem het verhaal hiermee te volgen, ook al vanwege het grote aantal kleuren van de verschillende lijnen en de soms piepkleine letters, nog afgezien van al het geblader. Ik heb het boekje daarom achter de computer gelezen met deze kaart op het scherm: https://urbanrail.net/am/nyrk/new-york.htm
Het boekje is tweetalig (Duits/Engels) en volledig geïllustreerd met kleurenfoto’s, vaak van stations. Materieel wordt in deze uitgave slechts zeer kort beschreven. Het gaat dus vooral om lijnhistorie en de huidige exploitatie. De openbaar vervoer situatie in en rond een wereldstad is vaak complex en New York is geen uitzondering. De schrijver geeft daarom in de inleiding aan dat het werkje is bedoeld voor “beginners”. Het zeer interessante onderwerp vraagt om meer verdieping, maar daarvoor is maar weinig materiaal beschikbaar. Er worden in het literatuuroverzicht slechts 10 titels genoemd die vaak oud zijn.
Bron: NVBS Actueel 2023-12
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.