Beschrijving
Een leraar op de middelbare school zei eens: alles gebeurt in Amerika 20 jaar eerder. Dat klopt niet precies voor diesellocomotieven, maar het scheelt niet veel. Bouw van lijndiesellocomotieven door de Electro Motive Division van General Motors (GM) begon halverwege de jaren ’30 en de eerste grote serieproductie, model FT, in 1939. Dit waren de bekende locs met de bolle -Bulldog- neus. Dat was zeker 15 jaar eerder dan in Europa. Hiervoor was door EMD een 16 cilinder dieselmotor ontwikkeld van het type 567. Niet zomaar een leuk getal, maar de cilinderinhoud in kubieke inches van één cilinder (9,3 liter). Alleen van deze dieselmotor werden in de V.S. in 20 jaar tijd meer dan 14.000 stuks gemaakt. Geen wonder dat GM met die ervaring de diesellocomotief na de Tweede Wereldoorlog ook in Europa op de markt bracht en licenties voor de bouw uitgaf aan Europese fabrieken. Maar voor de Europese markt was de loc te groot en te zwaar. Door de tweeassige draaistellen van de FT te vervangen door drieassige draaistellen kon het gewicht over meer assen worden verdeeld. In Australië had een licentiehouder (Clyde Engineering) bovendien het probleem met de omvang opgelost door de plaatsing van de koeling te wijzigen. Ook bouwde Clyde Engineering een uitvoering met twee cabines, zoals in Europa gebruikelijk. De ‘bolle’ neus bleef, zij het van een iets meer bescheiden formaat. De Europese uitvoering was een succes en werd verkocht in Denemarken, Noorwegen, Hongarije (licentiehouder NOHAB), Luxemburg en België (licentiehouder AFB). De ruim 200 locomotieven in verschillende uitvoeringen werden in Europa zeer populair bij hobbyisten.
Deze dvd laat de NOHAB’s in Duitsland zien bij twee private exploitanten, Altmark Rail en Cargo Logistic Rail Service (CLR). Daar rijden enkele voormalige Deense diesellocomotieven serie My. De locs zijn sinds de eeuwwisseling in Duitsland en sindsdien een aantal maal van eigenaar veranderd voordat zij bij genoemde bedrijven terecht kwamen. Daarbij werd het kleurenschema regelmatig gewijzigd, vaak gebaseerd op de oude Deense kleuren (roodbruin) met op de neus het gevleugelde wiel plus kroontje. Maar ook in de latere Deense huisstijl (zwart/rood) en een stijl die is gebaseerd op het Amerikaanse spoorwegbedrijf “Kansas City Southern”.
We zien de locomotieven voor zware goederen- en infrastructuurtreinen, soms in dubbeltractie. Ook speciale ritten in Duitsland, soms met ondersteuning van stoomlocs, zijn te zien. Interessant zijn de interviews met de eigenaar van Altmark Rail en de machinist van CLR. Deze laat ons de loc van binnen zien. De grote 16 cilinder diesel laat niet veel ruimte voor andere zaken, de generator is in verhouding klein te noemen. Nadat de motor is gestart weet de machinist zich amper verstaanbaar te maken. Beide heren hebben vertrouwen in de toekomst: onderdelen zijn nog altijd verkrijgbaar en de machines zijn niet stuk te krijgen. Deze locs zijn zeer robuust en kunnen nog jaren mee!
Een kort historisch deel bestaat o.a. uit interessante, maar matige zwart/wit beelden uit de glorietijd van de Deense machines op de Vogelfluglinie met internationale treinen tussen Kopenhagen en Rødby Faerge. Er zijn ook wat beelden van de Amerikaanse voorlopers, GM E- en F-units, maar de Baldwin New York Central X-plorer en de New Haven loc zijn helemaal niet verwant aan de NOHAB’s.
Voor de liefhebbers van de NOHAB’s is dit een zeer aantrekkelijke dvd maar met beperkingen: het gaat voornamelijk om het tweede leven in Duitsland van de Deense serie My diesellokomotieven. Wie vanwege de titel een complete historie verwacht van de ‘bolle neuzen’ van NOHAB en AFB zal teleurgesteld zijn.
Ook verkrijgbaar:
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.