Beschrijving
Dit is het 7e deeltje uit de serie De Nieuwe Blauwe Tram waarmee u de reconstructie steunt van het zogenaamde tweeling-tramrijtuig A619/A620 van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij (NZH). De titel dekt niet helemaal de lading, want de stoomtram van Haarlem naar Alkmaar wordt in dit boekje ook besproken, naast de Waterlandse lijnen van Amsterdam naar Edam en Volendam en naar Purmerend en Alkmaar. Van oorsprong allemaal stoomtramlijnen maar later deels geëlektrificeerd.
De lijn van Haarlem naar Alkmaar is een mooie lesje in marktwerking. Gefinancierd met buitenlands, in dit geval Belgisch, kapitaal door een N.V. met de lange naam Société Anonyme Belge de Tramway Néerlandais (Haarlem et Extensions). In het kader van de winstmaximalisatie wordt de lijn goedkoop aangelegd en geëxploiteerd met Belgisch materieel: kleine twee-assige rijtuigen met grote locomotieven van een Belgisch standaardmodel. Ze zijn te zwaar voor de brug over het Noordzeekanaal, zodat extra lichtere locjes moeten worden gekocht. Vertragingen en ontsporingen zijn aan de orde van de dag. Meer pech is er met de brug over het Noordzeekanaal. Deze wordt bij de verbreding van het kanaal vervangen door een stoompont, die niet goed functioneert en moet worden omgebouwd tot een kettingpont. Pas na een paar jaar werkt het allemaal goed. De reistijd van de toch al langzame tram nam door de pont wel met 20 minuten toe. Na de Eerste Wereldoorlog was de lijn een makkelijke prooi voor de opkomende wilde bussen, die natuurlijk niet voor de infrastructuur moesten betalen en met hun gammele tot bus verbouwde T-Fordjes makkelijk voor de trage tram uitreden. Elektrificatie van de lijn werd door Rijkswaterstaat (de wegbeheerder van de route) afgewezen. In 1924 valt het doek voor de lijn. De Belgische investeerder zal er niet veel aan hebben verdiend!
Ook in Waterland begonnen de lijnen als traditionele stoomtrams. In de jaren ’20 beginnen de problemen als gevolg van de autobusconcurrentie. In 1930 redden het Rijk, Provincie en de NS een deel van de lijnen die vervolgens worden geëlektrificeerd. Maar wel op een koopje! De motorwagens zijn tweedehandjes uit Haarlem en de stoomtramrijtuigen worden omgebouwd voor elektrisch bedrijf. Dat resulteert in de bekende “mismatch” van een hoge motorwagen met lage aanhangwagens. Na de Tweede Wereldoorlog is alles hopeloos verouderd en versleten. De toeristen vinden het oude spul op weg naar Monnickendam, Edam, Volendam en Marken wel leuk, maar de reguliere reiziger zal er anders over hebben gedacht. In 1956 worden de laatste lijnen door bussen vervangen. Dankzij de komst van de IJtunnel kunnen die later handig doorrijden naar het Centraal Station in Amsterdam.
Dit boekje is vlot en deskundig geschreven en bijzonder leuk geïllustreerd. Er zijn materieel overzichten opgenomen en een fotografische rit van Amsterdam (Noord) naar Volendam. Zelfs als u alle literatuur over de NZH in uw boekenkast heeft staan valt er nog iets nieuws te leren. Bijvoorbeeld het plan voor PCC’s op de lijn naar Purmerend. Deze uitgave heeft ook kaarten van het Waterlandse net en de situatie in Amsterdam Noord en tekeningen van het emplacement aldaar plus een ontwerpschets van de PCC. Een aanrader en u steunt De Nieuwe Blauwe Tram en de NVBS met uw aankoop!
Bron: NVBS Actueel 2023-10
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.