Op de Rails – 2021 – nr. 1 (januari)
2021: Het Europees jaar van het spoor
door Gerrit Nieuwenhuis
Serie ‘Europees jaar van het spoor’ – deel 1
De Europese Unie heeft 2021 uitgeroepen tot het Europees Jaar van het Spoor. In verschillende lidstaten zullen evenementen plaatsvinden om het spoor als duurzaam en aantrekkelijke vorm van vervoer van zowel reizigers als goederen onder de aandacht te brengen.
In Milano Centrale staat RAe TEE II 1054 gereed als TEE Gottardo van de verbinding (Basel – ) Zürich – Milaan (– Genua).
Foto: Maarten van der Velden.
Transport Express Régional (TER) – De regionalisering van het treinvervoer in Frankrijk
door Paul van den Boorn
‘De trein van Périgueux naar Agen vertrekt om 5.37 uur. Uw volgende rechtstreekse reismogelijkheid is om 11.51.’ Het clichébeeld van de slechte treinverbindingen op het Franse platteland bestaat nog steeds, maar je moet er tegenwoordig wel gericht naar zoeken. Er is veel verbeterd. Daarvoor moest de afgelopen veertig jaar veel politieke strijd geleverd worden. Een overzicht van de moeizame weg naar de regionalisering van het Transport Express Régional (TER) aan de vooravond van de eerste aanbestedingen.
Twee ‘Baleines’ (Walvissen) in de kleuren van de oude regio Midi-Pyrénées verzorgen TER 873840 (Aurillac – Neussargues) op het Centraal Plateau.
Thiézac, 28 juli 2018.
Foto: Gwenaël Piérart.
U-Bahn en tram in Frankfurt (Main)
door Maurits van den Toorn
De beginperiode van de tram in Frankfurt (Main) is vanwege de vele verschillende bedrijven ingewikkeld. De recentere geschiedenis is nauwelijks simpeler, met U-Bahn en tram, materieelsoorten die op beide netten reden en de vele verbouwingen die daarvoor nodig waren. We doen een poging om enige duidelijkheid te scheppen.
Een trein van lijn U5, bestaande uit twee stellen van het type U5-50, buigt vanaf de Marbachweg de Eckenheimer Landstraße in, waar het straattraject van deze
lijn begint; 30 juli 2020. Foto: Maurits van den Toorn.
Het spoor in 1849 – Een blik in de archieven van de SNR
door Dirk Eveleens Maarse
‘Het verhaal, dat bij dezen het publiek wordt aangeboden, is zijn oorsprong verschuldigd aan de lezing van een Prozastukje, voorkomende in een der jaargangen van den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen.’
Afbeeldingen uit het boekje Oost West, ’t Huis Best, in 1849 uitgegeven door J.M. van ’t Haaff te ’s-Gravenhage.