Op de Rails – 2011 – nr. 4 (april)
Goederenvervoer in Nederland, stand van zaken april 2011
door Emiel de Block en Rudi Liebrand
De omvang van het goederenvervoer per spoor komt langzamerhand weer op het niveau van voor de financiële crisis. Vervoeronderzoekbureau NEA meldt dat het railgoederenvervoer in ons land in 2010 met 9 % is gegroeid, wat in vergelijking met de binnenvaart (+ 4,4 %) en het wegvervoer (+ 3,1 %) als een bevredigende ontwikkeling kan worden gezien. Voor 2011 voorspelt NEA een stijging van 4,5 %.
Vooral het staal-, erts- en containervervoer noteerden een plus, voornamelijk als gevolg van de toegenomen productie in Duitsland. Het Havenbedrijf Rotterdam liet over 2010 ook redelijke cijfers zien. Er werd bijna 430 miljoen ton overgeslagen, een toename van ruim 11 %, waardoor het niveau van 2005 weer is bereikt. Aannemelijk is dat hiervan ook het railvervoer heeft geprofiteerd.
De goederenstroom uit het Rotterdamse havengebied concentreert zich steeds meer op de Betuweroute, als deze tenminste niet door storingen geplaagd wordt. Begin dit jaar maakten volgens Keyrail, de exploitant van de Betuweroute, per week tussen de vierhonderd en vierhonderdvijftig treinen gebruik van de goederenspoorlijn. Daarin hebben de 5400-tonsertstreinen van DB Schenker (DBS), getrokken door twee meerspanninglocomotieven Baureihe 189, een flink aandeel.
Steeds meer kans op tram in Utrecht
door Maurits van den Toorn
Het staat nog steeds niet helemaal vast dat Utrecht (meer) tramlijnen krijgt, maar de plannen zijn verder uitgewerkt dan ooit en ook de politieke wil is er. Het wachten is op de uitkomst van een laatste onderzoek waaruit moet blijken dat de busverbinding tussen het station en De Uithof écht onvoldoende capaciteit heeft voor de 35.000 dagelijkse reizigers die over een paar jaar worden verwacht. Eigenlijk een overbodige zaak; de passagiers van buslijn 12 weten dat al lang. Tussen acht en negen uur ’s ochtends maken de lijnen 12/12s samen niet minder dan 44 ritten Centraal Station – Uithof. Hoewel er sinds 2002 dubbelgelede bussen van 25 meter lengte rijden, is het elke dag een kwestie van -teveel haringen in een ton′. Het is duidelijk dat er wat moet gebeuren, en de kans is groot dat de overvolle bussen over een aantal jaren worden vervangen door een tramlijn. Mogelijk volgen er op de wat langere termijn nog meer tramlijnen en keert de tram ooit zelfs weer terug in de Utrechtse binnenstad.
Op rails door Spaans Baskenland
door Ciril van Hattum
-Na de toetreding tot de Europese Gemeenschap in 1986 is de welvaart in Spanje enorm toegenomen. Dat is ook te zien aan het railverkeer: snellere treinen en nieuwe trambedrijven. Het Baskenland profiteert mee met nieuwe trams in twee steden, moderner spoorwegmaterieel en een hogesnelheidslijn in ontwikkeling. Diverse ondernemingen houden zich in de regio bezig met het openbaar vervoer. In de eerste plaats de nationale Spaanse spoorwegmaatschappij Renfe met langeafstandstreinen en voorstadsverkeer, beide op breedspoor van 1668 mm. Dan is er de Feve met een uitgebreid smalspoornet, waarvan echter slechts een klein deel in Baskenland. Het regionale Eusko Trenbideak onderhoudt eveneens een meter spoornet maar heeft ook de beide trambedrijven – in Bilbao en Vitoria-Gasteiz – in portefeuille. Ten slotte is er Metroa Bilbao voor de ondergrondse in deze stad.