Op de Rails – 2008 – Nr. 9 (September)
Plan, Proces, Product (deel 1)
door Bert Steinkamp
Onlangs boog de ondernemingsraad van ProRail zich over een adviesaanvraag die betrekking heeft op een nieuwe aanpak van de verkeersleiding op het spoor. Daarmee wordt beoogd dat in een landelijke verkeersleiding de spoorbeheerder en de transportbestuurders van de vervoerders bij elkaar zitten in een OCCR, Operationeel Controle Centrum Rail. Opzet: centraal wat moet, decentraal wat kan. In Op de Rails wordt elk jaar ruim aandacht besteed aan de spoordienstregeling en aan de omloop van het materieel. Echter, al deze informatie heeft betrekking op de planning van de dienstuitvoering. Een interessante vervolgfase verdient het zeker ook om behandeld te worden; het proces van uitvoering van de plannen en de daarbij onvermijdelijk optredende bijsturing in het totstandkomen van het product treinreis. ”˜Als je in dienst komt heb je geen idee wat je die dag tegen zult komen.’ Dat zegt een ervaren bijstuurder, want zijn werk is immers bij uitstek een grotendeels niet te plannen proces. De uitvoering ervan wordt ondersteund door hulpmiddelen, die bijdragen aan een zo snel mogelijke terugkeer naar ”˜normaal′ nadat een verstoring in het treindienstproces is opgetreden.
Goederenvervoer in Nederland
door Michel Heerkens
Het goederenvervoer in Nederland blijft in beweging. Meer treinen maken gebruik van de Betuweroute, hoewel het aantal voor de nieuwe spoorlijn geschikte locomotieven nog gering is. Railion Nederland is druk aan het saneren en stoot onrendabele activiteiten af. Veolia heeft Rail4chem ingelijfd en de gevolgen beginnen zichtbaar te worden. ITL, inmiddels overgenomen door de SNCF, breidt het takenpakket flink uit en SNCF Fret heeft het kolenvervoer uit Born van Railion overgenomen. Met ingang van de nieuwe dienstregeling op 9 december 2007 werd de Betuweroute tussen Kijfhoek en de aansluiting bij Zevenaar als één blok gezien. Na een testperiode van een half jaar, die geen noemenswaardige problemen opleverde, werden de beperkingen over de Betuweroute te rijden verminderd. Vanaf 15 juni kunnen er meer treinen per richting op de Betuweroute rijden, maar er mag zich maar één goederentrein tegelijk in de Sophiaspoortunnel bevinden. Door deze maatregel ontstaan er blokken van ongeveer twintig minuten. Door de totale reistijd van zo’n anderhalf uur tussen Kijfhoek en Zevenaar kunnen er nu vier goederentreinen per richting op de Betuweroute rijden. Ondanks het tunnelregime is de capaciteit van de nieuwe lijn flink toegenomen. De verbindingsbogen bij Elst en Meteren komen vooralsnog niet in dienst en het is op dit moment niet duidelijk wanneer dit gaat gebeuren.
De NZH-stoomtram Haarlem – Leiden (deel 2)
door Dick van der Spek en Peter Kranenburg
Tweede deel van de geschiedschrijving van de laatste jaren, beginnend in de moeilijke periode 1918-1919. In 1918 werd al het NZH-materieel onderworpen aan een vernummering. Binnen twee weken was al het materieel van de geregelde dienst voorzien van nieuwe letters en nummers. De tractievoertuigen kregen voor het nummer de letter A, de aanhangrijtuigen een B, het goederenmaterieel een C en het hulpmaterieel een H, een systeem dat tot 1961 in gebruik is gebleven. Aan het einde van de oorlog verving men het citroengeel van de rijtuigen door gebroken wit. In deze kleuren verscheen ook het nieuw aangeschafte materieel van de serie 200 voor de elektrische dienst. Dat was maar voor een korte periode, want al snel werd de oude gele kleur weer gebruikt. In hetzelfde jaar werd opruiming gehouden onder de locomotieven. Zo verdwenen naar de sloper de Winterthur-locs 8 en 9, de Merryweather-locs ex-RSTM 1, 3 en 4 en de ex-HSM-locs 232 en 233. Ze stonden allemaal weg te roesten in de remise in Noordwijk.
Onlangs boog de ondernemingsraad van ProRail zich over een adviesaanvraag die betrekking heeft op een nieuwe aanpak van de verkeersleiding op het spoor. Daarmee wordt beoogd dat in een landelijke verkeersleiding de spoorbeheerder en de transportbestuurders van de vervoerders bij elkaar zitten in een OCCR, Operationeel Controle Centrum Rail. Opzet: centraal wat moet, decentraal wat kan. In Op de Rails wordt elk jaar ruim aandacht besteed aan de spoordienstregeling en aan de omloop van het materieel. Echter, al deze informatie heeft betrekking op de planning van de dienstuitvoering. Een interessante vervolgfase verdient het zeker ook om behandeld te worden; het proces van uitvoering van de plannen en de daarbij onvermijdelijk optredende bijsturing in het totstandkomen van het product treinreis. ”˜Als je in dienst komt heb je geen idee wat je die dag tegen zult komen.’ Dat zegt een ervaren bijstuurder, want zijn werk is immers bij uitstek een grotendeels niet te plannen proces. De uitvoering ervan wordt ondersteund door hulpmiddelen, die bijdragen aan een zo snel mogelijke terugkeer naar ”˜normaal′ nadat een verstoring in het treindienstproces is opgetreden.