Het filmarchief van de NVBS

De Stichting NVBS Railverzamelingen (SNR) beschikt over een grote collectie films. Dat zijn vooral smalfilms uit de jaren 60, 70 en 80. De meeste films zijn gemaakt door NVBS-leden die hun collectie hebben geschonken aan de vereniging. Vroeger werd er natuurlijk ook gefilmd, maar tot de komst van de smalfilm­camera was dat een kostbare hobby. Vanaf de jaren 80 kwam de videocamera in opkomst. Dat zien we ook terug in de schenkingen: daar zitten steeds vaker videocassettes bij.


Het lastige van films is dat je ze niet snel even kunt bekijken. Je ziet pas wat er op staat als je ze projecteert. Dat kan met een projector en een scherm, maar sneller gaat het met een viewer. In de vitrine zie je een paar projectoren en viewers. Ook zie je materialen waarmee films konden worden gemonteerd. Dat ging letterlijk met knippen en plakken.

Een viewer gebruiken we nog weleens in het filmarchief, maar verder gebeurt alles digitaal. Interessante films laten we scannen zodat we ze daarna op de computer verder kunnen bewerken.

In de vitrine liggen ook een paar camera’s. De oudste filmcamera heeft een opwindsysteem en is dus helemaal mechanisch. De filmcamera ernaast heeft een elektrische motor. Ook ligt er een video­camera. Dit zijn allemaal betrekkelijk kleine camera’s voor amateurgebruik. Na de opkomst van de digitale film is het allemaal veel kleiner geworden. Zelfs met een telefoon kun je tegenwoordig filmen. En als je de telefoon weglaat hou je een mini-cameraatje over.

Behalve films hebben we ook geluidopnamen in het archief. Oude films zijn meestal zonder geluid opgenomen. Wie geluid bij zijn films wilde, moest dat apart opnemen. Er zijn ingewikkelde systemen geweest om een filmprojector en een bandrecorder tegelijk te laten lopen, zodat je een film­voorstelling met geluid kon verzorgen. Tegenwoordig is dat allemaal veel eenvoudiger: beeld en geluid zitten samen in de computer en kun je naar hartelust monteren en bewerken.

Ton Pruissen, een van de oprichters van het filmarchief, heeft van het bewerken van films ongeveer zijn beroep gemaakt. Hij knapt oude filmbeelden op en zorgt dat er synchroon geluid bij komt. Ton heeft veel videobanden en dvd’s op zijn naam staan. Ook geeft hij regel­matig presentaties bij NVBS-afdelingen en in Duitsland. Een interview met Ton kun je lezen in NVBS Actueel van april 2016: Bewegende beelden blijven boeien.

Veel films uit het archief zijn inmiddels gedigitaliseerd. Een deel daarvan kun je bekijken via de website van de NVBS: Blik in het filmarchief. Ook in NVBS Actueel plaatsen we regelmatig films. Ook krijgen we weleens verzoeken om beeldmateriaal, bijvoor­beeld van televisiemakers. De echte films blijven in het archief en worden dus niet uitgeleend. Daarvoor is het materiaal te zeldzaam en te kwetsbaar.

Het digitaliseren laten we al vele jaren doen door Onno Petersen uit Amsterdam. Zijn bedrijf is gespeciali­seerd in het restaureren en digitaliseren van films. Hij heeft apparaten waarmee films beeldje voor beeldje worden gescand, zodat wij ze daarna via de computer verder kunnen bewerken. Een bekend film­bewerkings­programma is Adobe Premiere.

Van Onno Petersen kregen we ook materialen in bruikleen voor deze vitrine. De filmverpakkingen die je ziet komen uit zijn collectie. In de meeste daarvan zitten nog ongebruikte films. In het linkerdoosje zit een film van 16 millimeter. Dat was heel lang het gangbare formaat voor het maken van filmreportages. Ook welgestelde amateurs gebruikten dit formaat. Bredere formaten, voor gebruik in bioscopen, bestonden ook. Bijvoorbeeld 35 mm, hetzelfde formaat dat vroeger vaak in fototoestellen (kleinbeeldcamera’s) werd gebruikt.

Op een dag kwam iemand op het idee dat je een 16 mm-film ook twee keer kon gebruiken. Eerst filmde je op de ene helft, daarna keerde je de film om en gebruikte je de andere helft. Na het ontwikkelen werd de film in de lengte doorgesneden en had je twee 8 mm-films. Dit formaat werd Dubbel 8 genoemd.

Vanaf 1965 kwamen er cassettes waar al een 8 mm-film in zat: Super 8. Deze films hebben kleinere perforaties dan Dubbel 8, zodat de beeldjes wat groter konden worden. Dubbel 8 en Super 8 kun je dus niet door elkaar gebruiken, je hebt er aparte apparatuur voor nodig. Fuji had een eigen variant: Single 8, maar die kan wel worden gecombineerd met Super 8.

In de vitrine zie je ook een opengebroken Super 8-cassette liggen. Op zo’n cassette zat een film van iets meer dan 3 minuten (18 beeldjes per seconde). Met sommige films kon je ook geluid opnemen, als je camera daar geschikt voor was. Op deze films zit aan de rand een magneetspoor.

Er worden trouwens nog steeds films gemaakt. Daar zijn dus nog steeds liefhebbers voor, net zoals bij grammofoonplaten. Kodak is zelfs bezig met het ontwerpen van een nieuwe filmcamera. Probleempje: er zijn geen technici meer te vinden die weten hoe je zo’n camera maakt!

Nico Spilt, beheerder van het film- en geluidarchief van de SNR


Deze wisselexpositie was van januari t/m mei 2023 te zien in NVBS Centraal.