Traxx in de intercitydienst
Aangezien de hogesnelheidslijnen een afwijkend stroom- en beveiligingssysteem hebben in vergelijking met de rest van het spoorwegnet zijn zogenaamde multicourante locomotieven nodig. Op het normale net rijden ze met 1500 volt gelijkstroom en ATB, terwijl op de HSL met 25kV en ETCS wordt gereden. Voor de Intercity Brussel komt daar nog 3000 volt en het Belgische beveiligingssysteem bij.
De Traxx is een locomotieftype van de firma Bombardier, die sinds de jaren negentig op de markt is. Voorloper van de Traxx is de Duitse serie 145 voor het reizigersvervoer in Duitsland. Dit locomotieftype werd oorspronkelijk door AEG Hennigsdorf ontwikkeld. Door overnames is AEG Hennigsdorf nu Bombardier. De Traxx is in verschillende varianten beschikbaar, zowel voor het reizigersvervoer als het goederenvervoer.
De Traxx wordt als multisysteem-locomotief geleverd en wordt meestal als serie 186 aangeduid. Bombardier levert ook een dieselvariant van de Traxx, die in Nederland echter (nog) niet wordt ingezet.
Op 1 januari 2018 beschikte NS over 65 locomotieven van dit type. Enkele kenmerken:
In dienst bij NS | sinds 2008 |
Asindeling | Bo’Bo’ |
Gewicht | 84 ton |
Lengte over buffers | 18,9 meter |
Maximum snelheid | 140 km/h. Op de HSL 160 km/h. |
Stroomsystemen | 1500 en 3000 volt gelijkstroom, 15 en 25 kV wisselstroom |
Vermogen | 5600 kW |
De treinen op de hogesnelheidslijnen worden gereden met twee locomotieven en een set rijtuigen van het type ICR. Deze rijtuigen zijn tussen 1980 en 1982 in dienst gesteld. De afkorting ICR staat voor InterCity Rijtuig. De Duitse firma Talbot (nu onderdeel van Bombardier) in Aken bouwde de rijtiugen. In totaal werden 226 rijtuigen gebouwd. In 1986 en 1987 volgden nog eens 59 rijtuigen voor de Beneluxdienst Amsterdam – Brussel. De serie omvat rijtuigen eerste en tweede klas en stuurstandrijtuigen met een bagageruimte. De rijtuigen ICR zijn voor inzet met 160 km/h aangepast.
Deze pagina is voor het laatst aangepast op 19 februari 2020.