Take the Interurban
Een presentatie van Leo de Jong en René Platjouw
De eerste elektrische trams in de USA reden in 1884 in Cleveland (Ohio) maar waren weinig betrouwbaar. Frank Julian Sprague maakte de “trolley” in Richmond (Virginia) in 1887 een technisch betrouwbaar vervoermiddel voor in de steden, waarvan veel straten nog ongeplaveid waren en door paard en wagen werden beheerst. Omdat trolleylijnen zonder veel moeite verlengd konden worden, konden de steden zich uitbreiden. Die eerste ‘suburban’-lijnen gingen meer en meer ook het platteland en de dorpen rond de steden bedienen. Daardoor werd de bevolking uit zijn isolement gehaald. De lijnen groeiden uit tot interlokale trams tussen steden en werden ‘interurbans’ genoemd. Hun netwerk groeide sterk tot circa 1910, vooral in de drukker bewoonde gebieden in het oosten en westen. De interurbans reden met veel hogere frequenties dan de spoorwegen, die soms slechts één maal per dag een lijn bedienden. Gemotoriseerd verkeer over de weg was er in 1900 nauwelijks, maar door de opkomst van de auto vanaf 1910 was het snel gedaan met de interurban. Na de 1e WO had de auto het op de korte afstanden gewonnen. Modderige wegen werden geasfalteerd en auto’s werden betaalbaar. Het verval van de interurban ging net zo snel als hun opkomst en veel lijnen waren voor 1940 al opgeheven. Alleen de sterkste bedrijven overleefden de 2e WO. Nieuwe autowegen en de Amerikaanse liefdesaffaire met de auto brachten in de jaren ’50 de genadeslag. We maken een tour door de VS met de Interurban Car, de voorloper van wat we nu light rail noemen.