Renaissance DR-stoom
Presentatie door Bart van 't Grunewold
Aan het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw was er nog volop stoom in de DDR te beleven, maar praktisch alles was oliegestookt. Er reden oliegestookte 01.5-en, 03.10-en, 44-ers) en oliegestookte 50-ers. Ook de smalspoorloc’s in de Harz reden op oliestook. Rondom 1980 was het onrustig in het Midden Oosten. Er was oorlog tussen Irak en Iran. In laatstgenoemd land was een revolutie uitgebroken: ayatollah Khomeini kwam aan de macht. De gevolgen hebben hun weerga op de wereldpolitiek niet miskend. De olieprijs steeg enorm en de tweede oliecrisis was een feit, met een wereldwijde economisch crisis zoals we die na de tweede wereldoorlog mondiaal niet meer hebben beleefd.
Dit had ook gevolgen voor de verhouding tussen de DDR en de olie-exporterende ‘vriendschapsstaat’ Sovjet Unie. Laatstgenoemd land zag immers haar kansen schoon om haar olie duur aan het westen te verkopen. De DDR had het nakijken, met alle gevolgen van dien. Het gebrek aan olie had ook voor de Deutsche Reichsbahn grote gevolgen. Alles wat op olie reed, moest aan de kant. In 1981 ging dat nog schoorvoetend, maar vanaf 1982 ging het snel. Alle oliegestookte
stoomloc’s gingen aan de kant en ook dieselloc’s werden terzijde gesteld. Er werd ruim ingezet op verdergaande elektrificatie van het net, maar het zou nog enkele jaren duren voordat elektrisch tot aan de Oostzee zou kunnen worden gereden. Maar, zoals Johan Cruyff het al zei: “Ieder nadeel hep zijn voordeel”, in dit geval het weer in dienst nemen van kolengestookte stoomloc’s. Er kwamen weer ruimschoots 50.35-ers en 52.80-ers in dienst, maar ook verrassingen, zoals de Baureihe 41 en enkele loc’s van de Baureihen 35.10 (Baureihe 23), 86 en zelfs ‘Altbau 50-ers’.
Het hoogtepunt van deze renaissance was in 1984. Daarna was tot en met 1986 de trend ‘licht afnemend’, maar vanaf 1987 begon helaas toch het einde dat in oktober 1988 kwam, toen de laatste reguliere stoomloc op normaalspoor bij de Deutsche Reichsbahn reed. De DDR leed ernstig onder de gevolgen van deze tweede oliecrisis. Daarbij kwam dat Oost Europa onrustig werd. Solidarnosc in Polen kwam op en werd beantwoord door de repressieve houding van Tsjernenko in de Sovjet Unie. Vanaf 1986 implodeert de DDR steeds meer, dit ook tegen de achtergrond van de ‘Glasnost’ en ‘Perestrojka’ van de nieuwe Sovjet partijleider Michael Gorbatsjow. Het einde van de DDR is bekend en inmiddels al meer dan drie decennia geschiedenis.
Ondanks deze moeilijke tijden midden jaren tachtig was er in de DDR veel moois te zien en te fotograferen. Bart van ’t Grunewold neemt ons mee terug naar de hoogtepunt van de renaissance: 1984 tot en met 1986. We zien tal van kolengestookte 50.35-ers en 52.80-ers rijden vanuit Haldensleben, Halberstadt, Glauchau, Nossen, Hoyerswerda, Kamenz en Bautzen, maar ook veel andere (kolengestookte) stoomloc’s, zoals 41-ers vanuit Saalfeld (Saale), de 35 1113 tussen Dessau en Riesa, de 86 1501 tussen Schlettau en Crottendorf en een enkele 50.10 in Aue.
Dit reed allemaal in ‘de gewone dienst’, maar er waren ook tal van extra ritten, meestal georganiseerd door de DMV (Deutscher Modelleisenbahner Verband, de DDR-versie van de NVBS) met een 01, een 01.5, een ‘Sächsicher Rollwagen’ een P8, een ‘Altbau 52-er’, das ‘Dreirad’, een 94-er en een 95. Vaste waarde – eigenlijk tot op de dag van vandaag – is het smalspoor. Ook dat komt aan bod, naast wat toen ‘moderne tractie’ was (en vandaag de dag als antiek ook al vaak aan de kant gesteld).
Komt het allemaal zien.