Het railvervoer: tussen markt en overheid
Presentatie door Gerrit Nieuwenhuis
In Nederland rijden ruim 180 jaar treinen. In de geschiedenis van de spoorwegen is er altijd een relatie geweest tussen de overheid (vooral het Rijk) en de spoorwegondernemingen. Die relatie veranderde regelmatig van karakter. Van een afstandelijk beleid in de eerste decennia van de negentiende eeuw tot een relatief grote bemoeienis in een groot deel van de twintigste eeuw. In de lezing zal ingegaan worden in deze wisselende relatie.
In de negentiende eeuw stond vooral wetgeving voor de bescherming van reizigers en verladers centraal. In dit tijdperk ontstond de Spoorwegwet. In het Interbellum was het de bescherming van de spoorwegen zelf tegen de opkomst van het wegvervoer.
In de tweede helft van de twintigste eeuw wordt het begrip maatschappelijk belang en daarmee de Vergoeding voor Openbare Diensten het centrale begrip. Uiteindelijk is de marktwerking met de huidige marktstructuur hieruit voortgekomen.
Deze boeiende ontwikkeling wordt gepresenteerd door Gerrit Nieuwenhuis
Foto: Een SPURT-treinstel van Arriva en een Civity-treinstel 2366 van de NS in Zutphen(foto: Gerrit Nieuwenhuis)