Stoomlocs en machinisten

Presentatie door Rick Meijer

De presentator heeft in zijn werkzame leven bij Philips in voormalige Britse koloniën de betekenis van stoomtractie ervaren in de ontwikkeling van die landen. Ook kreeg hij ontzag voor de mannen op de bok. Veel machinisten verkregen hun ervaring door eerst een jaar of acht als stoker te werken. Dus het vuur op gang houden, de kolen met een schep door het luik doseren, het op peil houden van de waterstand, zorgen voor de juiste stoomdruk voor een bepaald traject. Goede samenwerking met de machinist was een eerste vereiste. Zijn fascinatie en historische kennis van stoom zet de spreker vanavond uiteen aan de hand van de bekende Duitse locs Baureihe 52.

Van deze locomotieven, ook bekend als Kriegslok, zouden in twee jaar volgens de planning 15.000 stuks worden gebouwd. Het werden er in 1943 en 1944 in totaal 6.000 door de verslechterende omstandigheden. “De locs zijn net zo oud als ik,” aldus de spreker, “en er rijden er nog een aantal dankzij revisies en goed onderhoud.”

Verder wordt de transitie van stoom naar diesel en elektrisch  besproken. Velen vonden en vinden stoom mooi, maar stoomtractie was duur en vervuilend, gevaarlijk en onbetrouwbaar. Het maakte het wel een stuk makkelijker de elektrische treinen te accepteren.


Een Oostenrijkse 52’er kort na aankomst in ons land tijdens 150 Jaar Spoorwegen. Op 18 juli 1989 vertrok ÖBB 52 3879 met de Achterhoek Expres uit Winterswijk. Foto: Bert van Diepen