Historie van aanleg en onderhoud bij spoorwegen
Presentatie door Jan Tromp
Een goed ontwikkeld spoorwegnet was een voorwaarde voor de industrialisering van Nederland in de 19e eeuw. Aanleg en onderhoud van de lijnen werden uitgevoerd met primitieve middelen en veel mankracht. Pas tussen de beide wereldoorlogen kwamen langzamerhand betere inzichten tot stand over het gedrag van een spoorbaan en na de Tweede Wereldoorlog werd een begin gemaakt met de mechanisering van het onderhoud. Deze periode wordt gekenmerkt door een enorme ontwikkeling van de wijze waarop onderbouw (aardenbaan) en bovenbouw (ballastbed met rails en dwarsliggers) werden uitgevoerd, alsmede de overgang van handwerk naar mechanisatie.
Sinds de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw heeft zich bij de spoorwegen een aantal ingrijpende ontwikkelingen voorgedaan, die ook een sterke invloed hadden en hebben op aanleg en onderhoud. Belang-rijke zaken hierbij zijn onder meer de aanleg van nieuwe spoorlijnen, de scheiding van gebruik en infrastructuur, de toenemende drukte op het spoor en het uitbesteden van onderhoud. Een en ander heeft geleid tot ontwikkelingen bij onder meer de bouw van kunstwerken en het bij aanleg en onderhoud gebruikte machinepark, met toenemende aandacht voor werkomstandigheden en milieu.