80 jaar na D-Day
Presentatie door Hans Altena
De Geallieerde Spoorwegen, een vergeten hoofdstuk
Zonder logistiek is een oorlogsvoering of een bevrijding, zoals die van Europa in 1944, niet mogelijk. Een leger bestaat uit veel onderdelen. Het legeronderdeel dat het vervoer verzorgde in de Tweede Wereldoorlog aan de Amerikaanse zijde was het Transportion Corps. Daaronder ressorteerde het weg-, water- en railvervoer. Het railvervoer werd daarbij ondergebracht bij drie divisies: het 1e, 2e en 3e MRS (Military Railway Services).
Na de aanval op Pearl Harbor raakte Amerika vanaf 7 december 1941, betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Amerika verklaarde op dat moment de oorlog aan Japan en aan Duitsland. Vrijwel direct is men aan de slag gegaan op vele fronten om de agressor in het westen en het oosten te keren. De Amerikaanse industrie werd op grote schaal ingeschakeld om militaire voertuigen te ontwikkelen en te produceren, zo ook veel spoorwegmaterieel. Want de legerleiding had reeds bedacht dat de spoorwegen de ruggengraat van alle militaire operaties in de bezette gebieden zouden gaan vormen. De enorme hoeveelheden goederen die benodigd waren bij de bevrijding van de bezette gebieden konden alleen maar op die wijze naar het zich steeds maar weer verplaatsende front worden getransporteerd. Men had berekend voor die taak maar liefst 100.000 stuks spoorwegmaterieel nodig te hebben, waarbij men nadrukkelijk rekening had gehouden met het feit dat er ter plaatse geen spoorwegmaterieel meer beschikbaar zou zijn. In samenwerking met het Engelse War Department werd er aan deze productie van geallieerd spoorwegmaterieel vanaf januari 1942 vormgegeven. Een interessant en uniek stuk geschiedenis vormend.
Na de oorlog hadden vele landen, door de vele Duitse vernielingen, behoefte aan spoorwegmaterieel waardoor overnamen werden gedaan uit de legerdumps die na de oorlog aanwezig waren in Europa. De Nederlandse Spoorwegen kochten op die wijze ook diverse stoom- en diesellocomotieven en diverse wagentypen van het Transportation Corps en War Department. Een bekend type vormt de Whitcomb diesellocomotief waarvan er sinds 2018 weer twee exemplaren in Nederland aanwezig zijn. Hans speelde in die repatriëring een belangrijke rol. Daarnaast is hij de voorzitter van de Stichting 162. Een stichting die een diesellocomotief van het Engelse War Department en een paar goederenwagens van het Transportation Corps bezit en gerestaureerd heeft. Aan de hand van historische en recente beelden belicht hij dit vergeten maar zeer bijzondere hoofdstuk uit de spoorweggeschiedenis.