Voorbijrijden toegestaan: geschiedenis van het seinwezen in Nederland

Presentatie door Jan Tromp

De functie van het seinwezen is tweeledig: ten eerste voorkomen dat twee treinen tegelijkertijd op dezelfde plaats zijn en ten tweede berichten of opdrachten aan de machinist of treinbesturing doorgeven. Op de vrije baan kunnen treinen uit elkaar worden gehouden door te rijden op zicht, met een tijdsinterval of met een ruimte-interval door vaste of variabele blokken. Op emplacementen gebeurt dit door het instellen van conflictvrije rijwegen. De machinist krijgt opdrachten door middel van een seinstelsel, bestaande uit optische seinen langs de baan of seinen in de cabine. Een cabinesein kon vroeger een bel zijn maar is tegenwoordig met bijvoorbeeld ATB Nieuwe Generatie en European Train Control System (ETCS) een monitor. Ook kan per radio, mobilofoon of telefoon (GSM-R) met de machinist contact worden gelegd.

In deze presentatie wordt de geschiedenis van het seinwezen vanaf 1839 behandeld. De opbouw is chronologisch aan de hand van kantelpunten zoals bijvoorbeeld de Spoorwegwetten van 1860 en 1875, de fusie van de spoorwegmaatschappijen in 1917, de invoering van onder meer daglichtseinen na de Tweede Wereldoorlog, de invoering van Automatische Treinbeïnvloeding na 1962 en de uitrol van ETCS.

Een bijzonder gebruik van een dwergsein als scheiding tussen de twee lijnen Winterswijk – Zutphen en Winterswijk – Arnhem. Op de voorgrond en vlak voor de LINT een ATB NG-baken; 2012. Foto: Jan Tromp.

Tijdens de werkzaamheden voor de uitbreiding van de Delftse spoortunnel van twee naar vier sporen in 2024 liggen enkele seinpalen geduldig te wachten op plaatsing. Met deze seinen worden de blokken tussen Delft Campus en Schiedam korter en wordt de capaciteit van dit baanvak groter. Foto: Jan Tromp.