Nederlandsche Spoorwegen 1938-1958
Filmopnamen gemaakt door Albert Nijmeijer, aangevuld met beelden van Esser, Hagedoorn, Kampman en Vrijburg. Samenstelling Ton Pruissen. Aanvankelijk verschenen als dvd. Lengte 1:00:03. SNR #1006 (dvd 6).
Toelichting door Ton Pruissen
De getoonde scènes zijn opgenomen door J.F.S. Esser, S.W. Hagedoorn, R. Kampman, Albert G. Nijmeijer en ing. G. Vrijburg. In de hierna volgende beschrijving van de filmfragmenten wordt de cameraman genoemd door zijn achternaam tussen haakjes te vermelden. Wordt niets vermeld, dan is Nijmeijer de cameraman
Om het kijken te veraangenamen is enige montage toegepast, maar er is niets weggelaten. Er is, scène voor scène, beeldcorrectie toegepast. Er is geen geluid toegevoegd. De diversiteit van de opnamen, qua onderwerp, plaats en tijdstip, maakte een rangschikking wenselijk. Geen enkele rangschikking echter kan geheel consequent zijn. De door mij gekozen rangschikking heeft tot twaalf hoofdstukken geleid. Aan het hoofdstuk “Amsterdam Weesperpoort en -Muiderpoort” is een scène, opgenomen in het station Rotterdam Delftsche Poort, toegevoegd. De film toont de door Nijmeijer zelf gemaakte titels maar bevat verder geen titels.
Mijn bijzondere dank aan Kees van de Meene, die met zichtbaar genoegen meerdere beeldpuzzels wist te kraken. Voorts mijn dank aan Hans Kaas en Nico Spilt die niet moe werden mijn vragen te beantwoorden. (Delft, 27 maart 2009)
Beschrijving van de filmfragmenten
1. Stoomtractie voor- en na de oorlog
Het hoofdstuk opent met een serie opnamen van treinen in 1938 met een loc van de serie 3900.
De opnamen zijn bij en in Almelo, de overweg is de Wierdensestraat (Kampman).
Rails schieten onder de trein door, en we bevinden ons in een trein met een loc van de serie 3700. Het is 1937 of 1938, en de trein is waarschijnlijk op weg naar Groningen. Daarna komt een 3700 aan in Groningen. Hier zien we een 2900 en twee 8400-den. Met een vertrekkende 3700 verlaten wij Groningen (Vrijburg, de tussengevoegde close-up van een cilinder van een 3700 is van Nijmeijer, Amsterdam CS 1939). Geen van de getoonde 3700-den, ook niet die van de close-up, heeft nieuwe cilinders.
Een zwenkopname toont een trein met een 3900 die, komend vanaf de Hef, door Rotterdam Beurs snelt. De datum is niet bekend, maar is na het bombardement omdat de verdieping van het aan de overkapping vastzittende stationsgebouw er niet meer is. De lantaarns zijn niet verduisterd, de machine heeft nog een schoorsteenkroon en is voorzien van een depotplaatje. De notities van Nijmeijer suggereren als datum: 25 juni 1940. In 1953 heeft het station de naam “Rotterdam Blaak” gekregen.
De nu volgende scènes van War Department-locomotieven zijn in 1945 opgenomen:
Bij Utrecht CS zuidzijde vertrekt de 5043 met een “personentrein”, en bij Muiderpoort zien de kleinere uitvoering, een 4300 (de scène met het veilig tonende sein). Uit Utrecht vertrekt een militaire trein, en bij Heemstede komt ons een 4300 tegemoet. Jammer dat de cameraman de scène te vroeg afbreekt – een euvel waaraan helaas meer scènes mank gaan. De 4300-den hadden de bijnaam “Jeep”.
Op 24 augustus 1946 zien we de versierde 4002 met een feesttrein t.g.v. de indienstneming van de na de oorlog herstelde Moerdijkbrug. De trein is zojuist uit Rotterdam Delftsche Poort vertrokken.
Een 2100 (“Blikken Tinus”) vertrekt uit Alkmaar, plm. 1950 (Vrijburg).
In Schin op Geul loopt een 5500 om, plm. 1950 (Vrijburg), en bij Sittard zien we vanuit de rijdende trein een 9500.
De twee scènes vanuit een rijdende trein tonen de baan bij Gouda tijdens de naoorlogse her-electrificatie, we ontmoeten een trein met een 4000.
2. Elektrische tractie voor- en tijdens de oorlog
Een vooroorlogse opname, 3 maart 1940, toont een Blokkendoosstel dat het Stadion Feyenoord passeert (het stadion heet “Feyenoord”, de spoorweg-spelling is “Fijenoord”). Dan zitten we naast de wagenvoerder, het is 31 juli 1939. Aan de horizon o.a. de toren van de Nieuwe Kerk in Delft. Helaas geen beelden van de doorkomst door Delft, wel beelden van de doorkomst in Noordwijkerhout, Hillegom en Vogelenzang-Bennebroek.
Met de gashouder van de Westergasfabriek op de achtergrond komt een “Oudelijner”, zoals Nijmeijer de Blokkendozen noemde, voorbij, waarschijnlijk 31 juli 1939.
Daarna bevinden we ons in de stad, we rijden gelijk mee op met een Blokkendoos. De lampen zijn afgedekt, de oorlog heeft inmiddels Nederland bereikt.
Terug naar de tijd voor de Duitse inval. In de winter 1938-1939, waarschijnlijk op 29 januari 1939, zijn aan de westzijde van Amsterdam Rietlanden de nu volgende sneeuwscènes gemaakt. Aan het eind van de eerste scène zien we twee gaswagens voor de gasverlichting van spoorwegrijtuigen. Een 8700 rangeert en een 3400 staat met een goederentrein te wachten. Een 3900 komt door, en de 3400 vertrekt. In de laatste scène rijdt een stroomlijnstel onder ons door, we staan op een voetbrug en zien de Czaar Peterstraat die met een overweg de spoorbaan kruist.
De volgende opname ontstond op dezelfde plek, aan het eind zien we boven in het beeld de voetbrug waarop we zoëven stonden. Links op de achtergrond de omstreeks 1940 afgebroken rechte locomotievenloods in de Rietlanden.
De ontmoeting van een stroomlijnstel en een Blokkendoos is waarschijnlijk in de oorlog bij Heemstede.
Het stroomlijnstel met glimmend dak, en met rails op de voorgrond: ook dit is een beeld uit de oorlogstijd, volgens de schaarse notities van Nijmeijer opgenomen bij Heemstede of Zandvoort.
Het stroomlijnstel dat achter de bomen tevoorschijn komt: in de duinen bij Aerdenhout, 3 augustus 1941.
Eveneens in de oorlog, 10 mei 1942, zien we een stroomlijnstel bij Hollandsche Rading onder de karakteristieke gebogen portalen van de Gooilijn, de trein is op weg naar Hilversum. De lijn Hilversum-Utrecht is in de oorlogsjaren onder de draad gekomen, na de Spoorwegstaking hebben de Duitsers de electrificatie weer ongedaan gemaakt. De uiteindelijke elektrificatie was in 1946. Deze scène zou wel eens het enige bewegende beeld kunnen zijn van de elektrische Gooilijn in oorlogstijd.
Drie aaneen gekoppelde Blokkendoos-motorwagens werden gedurende de oorlog als locomotief gebruikt. Plaats en datum van deze door Nijmeijer “el. trekkracht” genoemde opnamen zijn onbekend.
De volgende twee beelden, stroomlijnstellen met een draaiende molen als achtergrond, zijn volgens de notities van Nijmeijer bij Kethel gemaakt op 31 oktober 1939.
De beelden van station Arnhem dateren van augustus 1940, waarschijnlijk rond 17 augustus. Wie goed kijkt kan zien dat -helaas- het filmtransport hapert: de film “trekt door het venster”.
De beelden bij Oosterbeek-Hoog tenslotte dateren eveneens uit de oorlog, maar zijn van latere datum dan de Arnhemse beelden: 28 april 1942. En, hoewel niet in overeenstemming met de titel van dit hoofdstuk: met een 3900 die haar schoorsteenkroon heeft moeten inleveren sluiten we dit deel af.
3. Tentoonstelling 100 Jaar Spoorwegen in 1939
In het najaar van 1939 werd met o.a. een tentoonstelling aan het Frederiksplein in Amsterdam het eeuwfeest van de spoorwegen in Nederland gevierd. Nijmeijer bezocht de tentoonstelling tussen 30 september en 2 oktober 1939. De op rollen geplaatste loc is de 3902.
Waar ooit het Weesperpoort station was, is nu de Wibautstraat.
4. Amsterdam Weesperpoort en -Muiderpoort
Een DE-3 vertrekt uit Amsterdam Weesperpoort, gevolgd door een rangerende 8700. Het is niet bekend of de opnamen gemaakt zijn gedurende de korte periode dat de Weesperpoort elektrisch was (7 oktober 1938 – 15 oktober 1939), of eerder. Aan het eind van de scène met de DE-3 is weliswaar een tuidraad te zien, maar die hoeft niet van een portaal te zijn. Verder is in de beelden niets te zien dat op elektrificatie duidt. Van Vrijburg, die deze beelden gemaakt heeft, is bekend dat hij rond 1937 al filmde.
We gaan naar het nieuwe Muiderpoortstation, 1 november 1939, een sombere dag. Op de achtergrond is een goederentrein te zien met een 3400. Het kan een militaire trein zijn – het is mobilisatietijd. Om 12:49 u komt een 6000, op weg naar Hilversum, door het station. Met een stroomlijnstel dat op weg is in de richting van het Amstelstation nemen we afscheid van het vooroorlogse Muiderpoortstation.
In mei of juni 1945 komt de 3775 door Muiderpoort – de loc heeft de dankbare taak dwangarbeiders uit Duitsland terug naar huis te brengen. Moeten we tegenwoordig allerlei graffitti-viezigheid voor lief nemen, de vreugde-uitingen waarmee de trein is ondergekalkt komen recht uit het hart:
Oranje Welkom,
Adolf hangend aan een galg,
Hoera Leve Amerika,
Een Hoera voor de Spoorwegonderduikers!!!!
Vrijheid Vrijheid Rotmof,
Leve Wilhelmina,
Leve Biggen weer thuis (?).
Op de DR-Behelfspersonenwagen (met “Leve Wilhelmina”) zijn opschriften ondergekalkt. Wat zou daar gestaan hebben? Sommigen zitten boven op de wagon. Alles mag vandaag – het is feest. En, de bovenleiding is weg…
In juni 1951 zien we Blokkendozen, een goederentrein met een 3400 en een trein met een 4000 in station Muiderpoort.
Een van de SNCF gehuurde elektrische loc komt door Muiderpoort, waarschijnlijk 1951, en in juni 1951 zien we de gehuurde SNCF BB-323 in Rotterdam Delftsche Poort.
5. Zeist-Utrecht en Utrecht-Baarn
Zeist, mobilisatietijd (sept. 1939 – 10 mei 1940). Een coupé in een voormalig NCS-rijtuig, daarna staan we op het achterbalkon en rijden zo van Zeist naar Utrecht. In de eerste scène is links naast het spoor de elektrische trambaan van de NBM te zien. We passeren station Huis ter Heide waar reclame wordt gemaakt voor Ster Tabak. Daarna komen Bilthoven (het eilandstation) en Groenekan-Oost. Met een blik op de Domtoren en de gasfabriek en, nog steeds vanaf het achterbalkon, de binnenkomst op Utrecht CS, zijn deze opnamen van Hagedoorn ten einde.
Met een overvloeier gaan we naar het jaar 1948. Vanaf 25 juli zal de lijn Den Dolder – Baarn elektrisch worden bereden. Reden voor Nijmeijer om enkele filmopnamen te maken, kort voordat het doek valt voor de stoomlocs van de serie 5500 die hier rijden. Een trein uit Baarn loopt Utrecht CS binnen, let op de mooie rijtuigen! Daarna rijden we mee vanaf den Dolder naar Baarn, onderweg zien we de stations Soest Zuid en Soest. In Baarn wordt de loc afgekoppeld en gaat omlopen. Het locnummer is niet goed te lezen, het zou de 5555 kunnen zijn.
6. Locomotievenkerkhof Baarle Nassau Grens
Na de oorlog werden slooprijpe locomotieven verzameld te Baarle Nassau Grens. Was een machine eenmaal hier terechtgekomen, dan was meestal haar lot bezegeld: de snijbrander.
Op 3 juni 1947 bezochten Esser en Waldorp dit locomotievenkerkhof. Esser filmde, en Waldorp maakte notities en foto’s. Esser en Waldorp waren met elkaar bevriend, in de jaren zestig waren zij gezamenlijk eigenaar van een tuinspoor-locomotief: de door Neve gebouwde “Pluto”.
We zien Waldorp, Herman voor zijn vrienden, aantekeningen maken. Deze beelden zijn tevens een eerbetoon aan de man die onze vereniging heeft opgericht, en aan wie we de oorspronkelijke uitgaven van “Onze Nederlands(ch)e Locomotieven in Woord en Beeld” te danken hebben.
Enkele beelden van de hand van Nijmeijer van het interieur van een uit Duitsland teruggekeerd stroomlijnstel besluiten dit hoofdstuk.
7. Amsterdam CS
We beginnen het bezoek aan Amsterdam aan de oostzijde van het station. De datum: 1949, ergens tussen 10 februari en 15 mei. Na elkaar lopen de nieuwe 1007 en “Tommy” binnen, gevolgd door een 3900. Een 2100 vertrekt met de Scandinavië (?) Express naar Stockholm (datum onbekend), en een 4000 vertrekt richting Amersfoort dat toen nog niet elesktrisch bereikbaar was (febr. – mei 1949).
Op een onbekende datum ontmoet een in de richting van Amersfoort vertrekkende 3900 twee gekoppelde DE-5-en. De scène is voor een dubbel-acht filmcamera uit die jaren zeer lang: 52 sec.
Zittend in een Blokkendoos kijken we naar een andere Blokkendoos, samen rijden de twee stellen Amsterdam CS binnen (datum onbekend, maar na 3 juni 1946).
Twee 1000-den, de tweede met gestreken stroomafnemers, vertrekken naar Utrecht, dan volgen enkele lijnopnamen van treinen met 1000-den tussen Amsterdam en Utrecht, datum onbekend.
Bij Muiderpoort is een omBC 2900 (2904, 2907 of 2908) onderweg naar CS, in de volgende scène komt een omBC aan de westkant onder de kap vandaan, links staat een War Department-loc van de serie 5000. Bij deze scène kan het gaan om de omBC 2907 die in april 1948 op enkele dagen tussen Amsterdam en Brussel reed t.g.v. de jaarbeurzen in beide steden. Zie ook deze foto:
Een Blokkendoos vertrekt – in het na-shot (excuses voor de lelijke Engelse uitdrukking) is rechts het locomotievendepot met de zandvulinstallatie te zien. De volgende scène toont een Blokkendoos die in Zandvoort aankomt (datum onbekend).
Aan de oostkant worden Blokkendoosstellen met gestreken stroomafnemers het station uitgedrukt door een loc, waarschijnlijk van de serie 4700. Het is niet bekend of deze scène verband houdt met de volgende beelden: loc 3733 is in aanraking gekomen met een Blokkendoos. De loc bezit nog haar schoorsteenkroon, en aan de zijkant van het machinistenhuis bevindt zich nog de L-vormige strip waar de pantserplaat op rustte (bescherming bij luchtaanvallen). De aanvaring moet dus kort na de oorlog hebben plaatsgevonden; het is niet gelukt een datum te achterhalen.
Rond 1950 vertrekken na elkaar een Blokkendoos en een DE-3, een andere Blokkendoos loopt binnen. Bij de vertrekkende DE-3 is rechts weer het locdepot te zien (drie scènes, Vrijburg).
Een “Jeep” komt met een goederentrein door, een zustermachine loopt met een goederentrein binnen, op de achtergrond stoomt een onzichtbare loc in het depot. Drie stroomlijnstellen vertrekken (datum onbekend).
Op het Westelijk Eiland komen een stroomlijnstel en een 2100 voorbij, juni 1951. De vierde wagen in de sleep die achter de 2100 hangt is een van de DSB (Deense spoorwegen) overgenomen rijtuig.
8. Watergraafsmeer
De opnamen op het rangeerterrein Watergraafsmeer zijn, in elk geval voor het grootste deel, in 1951 gemaakt.
De twee 8700-den die in het begin komen aanrijden: de voorste loc is de 8715.
Naast 8700-den is ook een van de laatste 9500-den actief.
Een trein staat klaar om uitgesorteerd te worden. Plakbriefjes geven de bestemming aan: Zwolle, Rotterdam-Zuid, Arnhem, Amsterdam, Hengelo, Onnen, Amersfoort, enz.
Het steken van pennen in een “stappenschakelaar” is het begin van automatisering: nu hoeft niet voor elke wagen handmatig het wissel te worden omgelegd. Wat wel handmatig moet: steeds na de juiste wagen de koppeling loswippen. Dit wordt door de “knuppelaar” gedaan.
Met de hydraulische railrem wordt elke wagen zodanig vertraagd dat hij niet te vroeg stilstaat en tevens niet te hard op de voorganger knalt. Staat een wagen te vroeg stil, dan geeft een “Sik” een duwtje.
Een 1100, nog in turkooise kleur, brengt een goederentrein.
Remsloffen worden met de hand op de rails gelegd – de Arbo ligt nog in een ver verschiet. En toch, beste kijker, vindt u ook niet dat deze beelden iets tonen dat veel eleganter is dan het gezeul met stinkende vrachtauto’s?
9. De “Badkuipspoorlijn”
Bij de Watersnoodramp van 1953 liep de Kruiningerpolder onder, en daarmee stond ook het baanvak tussen Kruiningen-Ierseke en Krabbendijke onder water. Hiermee waren Zuid-Beveland en Walcheren van de rest van het spoorwegnet afgesneden. De spoorlijn moest zo snel mogelijk weer in bedrijf, nog voordat de dijken rond de polder gerepareerd waren. Het baanvak werd met grint opgehoogd en van een bekisting voorzien. Het waterdoorlatende grint kon de trein dragen en toch had de aan de getijdestromen blootgestelde baan geen last van de druk van het water. De bekisting hield een en ander bij elkaar. In een op eb en vloed afgestemde dienstregeling konden weer treinen rijden.
Wie meer wil weten: “Sporen door het Water”, door Jan Matthijssen, 1993, ISBN 90-71513-11-4.
De beelden zijn op 1 juli 1953 tijdens een NVBS-excursie naar de “Badkuipspoorlijn” opgenomen.
In Kruiningen-Ierseke komt de 3808 over de bij eb droogliggende spoorlijn met een trein in richting Goes. Dan volgt de 3811 met een lading zand, daarna passeert de 3704 of 3804 met een lange lege trein in de richting Roosendaal. De 3711 duikt bij Kruiningen de Badkuip in met een lange goederentrein, en daarna zijn wij aan de beurt. Staande op een rongenwagen die door de locomotief (loc 3804?) geduwd wordt, rijden we over de inmiddels wereldberoemde lijn. De maximum snelheid is 10 km/h, toch is er een blokstelsel zoals bij woning no. 30 te zien is. Met het passeren van de vloeddeuren in Oostdijk zijn de beelden van de merkwaardigste NVBS-excursie ooit ten einde.
10. Bruggen
Vanuit de rijdende trein zien we de op 16 maart 1945 geopende noodbrug over het Kanaal Wessem – Nederweert bij Kelpen. De brug zelf is al hersteld, maar is nog enkelsporig.
In het begin van de jaren vijftig werden de enkelsporige boogbruggen van de Moerdijkbrug vervangen door dubbelsporige vakwerkbruggen. In een periode van twee jaar werden de bruggen een voor een vervangen. In 1955 was de nieuwe spoorbrug klaar. De datum van de opnamen is niet bekend, het werk zal ongeveer halverwege geweest zijn.
In twee scènes wordt de Hembrug getoond. De Hembrug over het Noordzeekanaal bij Zaandam was een draaibrug, die in 1983 door de driesporige Hemtunnel werd vervangen.
In de eerste scène bevinden we ons in een Blokkendoos die, op weg van Amsterdam naar Zaandam en verder, de Hembrug nadert. In de tweede scène zitten we naast de wagenvoerder, we rijden nu naar Amsterdam.
In juli 1954 rijdt een (nog turkooise?) 1100 met een kolentrein over de Ringbaan in de richting van Duivendrecht.
De Rijnbrug bij Arnhem, juli 1958: een stroomlijnstel, op weg naar Nijmegen, wordt gevolgd door een DE-5 die, komend van Geldermalsen, op weg is naar Arnhem.
11. Utrecht
In juni 1952 zien we stroomlijnstellen bij de electrikiteitscentrale aan het Amsterdam-Rijnkanaal, aan de noordkant van station Utrecht CS, en bij Lunetten. In Lunetten loopt een gloednieuwe 1200 in turkooise kleur om de olietrein uit Schoonebeek heen (de 1201?). Van Schoonebeek tot Almelo hebben twee 3400-den de trein gereden, en in Almelo is de 1200 ervoor gekomen. Even later vertrekt zij met de olietrein op weg naar Pernis.
In 1946 verlaten twee gekoppelde tweeassige motorwagens Utrecht CS. Zij reden dagelijks tweemaal een retourrit Utrecht – Den Haag Staatsspoor voor het vervoer van geëvacueerde ambtenaren. De tweede wagen is de omC 912. Zij hadden de bijnaam “ome Ceesjes”. Het gebeuren wordt gadegeslagen door een 5000, de grote War Department-loc.
Aan de zuidzijde van het station loopt LNER 6000 “Tommy” binnen (datum onbekend), gevolgd door de 1002 (juni 1951). De twee scènes die “Tommy” bij het vertrek tonen (met het lage armsein en de trein van achteren) zijn van Nijmeijer, datum onbekend.
De nu volgende scènes, nogmaals “Tommy” en een vertrekkende 3500, zijn van de hand van Esser, 1946 of 1947. De vertrekkende 3500 is de 3510, een van de SBB na de oorlog overgenomen locomotief. Links staat een trein met een 1700.
De laatste scène is weer van Nijmeijer, en toont eveneens een aan de zuidzijde vertrekkende 3500.
De notitie van Nijmeijer bij deze scène: “Vertr. 3700 (veel stoom)”. Nijmeijer maakte zijn schaarse aantekeningen jaren later, terwijl hij al in Frankrijk woonde. 3700-den of 3500-den: zijn hart ging uit naar elektrische tractie.
12. Diesels
In Putten lopen twee DE-3 stellen binnen. Het is mobilisatietijd, de lampen zijn verduisterd (Hagedoorn).
Waarschijnlijk in 1946 verlaat een DE-3 Utrecht CS aan de noordzijde, wellicht een proefrit. Stoomlocs die getuige van het tafereel zijn: een 5500, een 4700 en, helemaal op het eind, een 5000.
In april 1948 reed tijdens de jaarbeurzen in Utrecht en Brussel een Belgisch dieselstel tussen Brussel en Utrecht. In drie scènes wordt dit stel in Utrecht getoond. Zie ook de foto hierboven.
Op 24 augustus 1946 trekken bij station Rotterdam Deltsche Poort twintig van het Amerikaanse leger overgenomen diesel-elektrische locs aan ons voorbij. Deze latere serie 600 – weer later vernummerd als serie 2000 – was geen succes. Na de feesttrein met de 4002, die we eerder in deze film hebben gezien, was dit de tweede trein over de na de oorlog herstelde Moerdijkbrug.
Utrecht CS zuidzijde: een DE-3, een postrijtuig en een DE-5 vertrekken. De datum en het waarom van deze scène zijn onbekend.
Dit geldt ook voor de volgende twee scènes, waarin resp. de combinatie: DE-5 – postrijtuig – DE-3 en DE-3 – DE-3 – DE-3 – postrijtuig – DE-3 aan ons voorbijtrekken. Beide gebeurtenissen spelen zich af onder bovenleidingportalen zonder bovenleiding. Bij de eerste scène (met het sein) noteerde Nijmeijer: “DE bij Linnaeusstr.”.
Een DE-5 neemt brandstof, en vertrekt daarna van Utrecht CS noordzijde. Daarna zitten we in een DE-5 naast de wagenvoerder. Volgens de notities van Nijmeijer gaat het om een “DE-5 proefrit Utrecht – Zwolle – Utrecht”. We zien o.a. de boog bij Harderwijk en de IJsselbrug bij Zwolle. De scènes na de IJsselbrug zijn tijdens de terugrit naar Utrecht opgenomen. Het eilandstation met de beschadigde overkapping dat we passeren, is waarschijnlijk Ermelo-Veldwijk. Nog een blik op de baan, dan is de film afgelopen.