China, stoom achter het bamboegordijn

Presentatie door Bert van der Kruk

China, dat geheimzinnige verre Aziatische land met zijn geheel eigen cultuur, aparte taal en schrift, stelde pas na de dood van Mao in 1976 langzaam zijn grenzen open voor westerse bezoekers. Spoorwegliefhebbers grepen die kans met beide handen aan, want in dit land zouden nog ruim tienduizend stoomlocomotieven in dienst zijn. In het begin waren dit ware ontdekkingsreizen waarin het culturele aspect de hoofdmoot vormde. Al snel begonnen de Chinezen te begrijpen wat die stoomfans wilden en leidden hen naar streken waar veel Chinezen nog nooit een westerling hadden gezien.

Bert van der Kruk maakte in 1984 zo’n reis mee naar het toen al ontdekte stoomparadijs Mantsjoerije waar naast de nodige stoompluimen ook de trambedrijven van de steden Harbin en Changchun konden worden gefotografeerd. Een hoogtepunt was een bezoek aan Datong, waar de laatste grote fabriek voor stoomlocomotieven ter wereld gevestigd was. In 1987 werden hier jaarlijks nog driehonderd nieuwe machines gebouwd.

Dit soort reizen waren in die tijd altijd een mix van cultuur en hobby. Een bezoek aan de verboden stad en de Chinese muur mag je bijvoorbeeld niet missen, evenmin als het terracottaleger in Xi’an.

In Xi’an, bekend van het terracottaleger, wachtte voor stoomliefhebbers een nog grotere verrassing, want hier was nog een behoorlijk aantal Pacific-locomotieven in de reizigersdienst aan hun laatste dienstjaren bezig. Foto: Bert van der Kruk.